ECLI:NL:GHARN:2006:AW5521
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- mr. Vegter
- mr. Hilverda
- mr. Lensing
- drs. Mensing
- drs. Poll
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de beslissing tot verpleging van overheidswege en voortzetting van terbeschikkingstelling met voorwaarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 28 april 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank te Leeuwarden van 19 april 2005, die een bevel tot verpleging van overheidswege had gegeven. Het hof heeft vastgesteld dat de betrokkene niet heeft voldaan aan essentiële voorwaarden die aan de terbeschikkingstelling waren verbonden. Desondanks oordeelt het hof, na beoordeling van recente rapporten van externe deskundigen, dat er onvoldoende grond is om alsnog tot verpleging van overheidswege over te gaan. De vordering van de officier van justitie wordt afgewezen.
Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en bepaald dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden kan worden voortgezet, met wijziging van de voorwaarden. De deskundigen, waaronder psychiater De Mon en GZ-psycholoog A. Hooijschuur, hebben geadviseerd om de betrokkene ambulant te behandelen in plaats van klinisch, gezien de negatieve effecten van een klinische opname op de betrokkene. De ambulante behandeling zal zich richten op het opstellen van een signalerings- en delictpreventieplan, met ondersteuning van de reclassering en de Forensisch Psychiatrische Thuiszorg.
De betrokkene moet zich houden aan verschillende voorwaarden, waaronder het vermijden van drug- en alcoholgebruik, het opvolgen van aanwijzingen van behandelaars, en het onderhouden van contact met de reclassering. Het hof heeft de zaak openbaar uitgesproken, waarbij de raden niet in staat waren de beslissing mede te ondertekenen. De uitspraak benadrukt het belang van ambulante zorg en de noodzaak voor de betrokkene om zich aan de voorwaarden te houden om verdere problemen te voorkomen.