ECLI:NL:GHARN:2006:AW5532
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- mr. Vegter
- mrs. Hilverda
- mrs. Lensing
- Rechtspraak.nl
Verlenging terbeschikkingstelling na incidenten en resocialisatietraject
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 28 april 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank te Zwolle van 9 augustus 2005, die de terbeschikkingstelling van de betrokkene met twee jaar had verlengd. Het hof oordeelt dat de verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar gerechtvaardigd is, gezien de recente incidenten die hebben plaatsgevonden en de noodzaak voor een langdurig resocialisatietraject. Het hof stelt vast dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Het hof benadrukt dat de behandeling van de vordering tot verpleging van overheidswege zo spoedig mogelijk dient te geschieden, en dat er in deze zaak sprake is geweest van een te lange wachttijd van meer dan zeven maanden voor de behandeling van het hoger beroep. Dit is in strijd met de verdragsrechtelijke verplichtingen die voortvloeien uit het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. De beslissing van de rechtbank wordt vernietigd, en de terbeschikkingstelling wordt verlengd met een termijn van twee jaar. Het hof wijst erop dat de betrokkene nog zorg en structuur nodig heeft en dat hij zich in de beginfase van het resocialisatietraject bevindt. De verwachting is dat binnen een jaar geen gronden aanwezig zijn voor beëindiging van de terbeschikkingstelling, en een verlenging met slechts een jaar zou onjuiste verwachtingen kunnen wekken. De beslissing is genomen door mr. Vegter als voorzitter, mrs. Hilverda en Lensing als raadsheren, en drs. Mensing en drs. Poll als raden, in aanwezigheid van mr. Tang als griffier.