ECLI:NL:GHARN:2006:AW7400
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R. den Ouden
- A.W.M. van der Waerden
- Rechtspraak.nl
Coulancebeleid bij naheffing parkeerbelasting in geval van overmacht
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 12 april 2006, ging het om een naheffingsaanslag voor parkeerbelasting die was opgelegd aan belanghebbende, die zijn auto had geparkeerd nabij een verzorgingstehuis in Lochem. Op 5 augustus 2004, toen belanghebbende zijn zuster van de luchthaven Schiphol ophaalde, was hij genoodzaakt om snel naar het ziekbed van zijn vader te gaan, die op het punt stond te overlijden. Door de urgentie van de situatie was er geen tijd om een parkeerautomaat te zoeken, wat leidde tot de naheffingsaanslag van € 0,46 aan parkeerbelasting en € 45 aan kosten.
Het Hof oordeelde dat de gemeente Lochem een coulancebeleid hanteert in gevallen van overmacht, waarbij in uitzonderlijke situaties geen naheffingsaanslagen worden opgelegd. De heffingsambtenaar had in dit geval geen aanleiding gezien om van dit beleid af te wijken, ondanks de bijzondere omstandigheden. Het Hof concludeerde echter dat de situatie van belanghebbende, gezien de feiten, wel degelijk onder de voorwaarden van het coulancebeleid viel. Het Hof oordeelde dat de heffingsambtenaar de naheffingsaanslag had moeten herroepen, en verklaarde het beroep van belanghebbende gegrond.
De uitspraak benadrukt het belang van het coulancebeleid van de gemeente en de noodzaak voor de heffingsambtenaar om dit beleid in acht te nemen bij het opleggen van naheffingsaanslagen. De overige klachten van belanghebbende werden niet verder behandeld, en het Hof oordeelde dat er geen termen waren voor een kostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en belanghebbende werd geïnformeerd over de mogelijkheid om in cassatie te gaan tegen deze uitspraak.