ECLI:NL:GHARN:2006:AX8772

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
2 juni 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
TBS 2006\056
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Vegter
  • A. Verheugt
  • L. Lauwaars
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling en afwijzing verzoek forensisch psychiatrisch toezicht

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 2 juni 2006 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de betrokkene. Het hof heeft het verzoek van de raadsman om forensisch psychiatrisch toezicht als vorm van proefverlof afgewijzen, omdat het hof niet bevoegd is om hierover te beslissen. De rechtbank te Almelo had eerder op 7 februari 2006 de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, maar het hof heeft deze beslissing vernietigd. Het hof oordeelt dat er nog steeds sprake is van een onverminderd recidivegevaar en dat verdere behandeling noodzakelijk is. De betrokkene is per 3 november 2005 overgeplaatst naar de Pompekliniek, waar een nieuwe delictanalyse en een poging tot resocialisatie zijn gestart. Er zijn echter geen grote veranderingen in de situatie van de betrokkene opgetreden. Het hof constateert dat de betrokkene nog steeds afweermechanismen vertoont en niet in staat is om zijn eigen aandeel in de problemen te erkennen. De behandeling stagneert en het recidiverisico wordt als hoog ingeschat. Het hof heeft daarom besloten om de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar te verlengen, in het belang van de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM
TBS 2006\056
Beslissing d.d. 2 juni 2006
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
verblijvende in [verblijfplaats].
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank te Almelo van 7 februari 2006, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Overwegingen:
- Het hof zal de beslissing van de rechtbank te Almelo van 7 februari 2006 vernietigen, daar het recht zal doen mede op nieuwe stukken.
- Nu de beslissing van de rechtbank wordt vernietigd, ziet het hof geen aanleiding tot bespreking van hetgeen de raadsman tegen die beslissing heeft ingebracht.
- Het verzoek van de raadsman waarbij het hof forensisch psychiatrisch toezicht als vorm van proefverlof, al dan niet gecombineerd met Elektronisch Volg Systeem op grond van artikel 53, zevende lid, van het Reglement verpleging terbeschikkinggestelden zal gelasten, wordt afgewezen, nu het verlenen van proefverlof niet ter beslissing van het hof is. Het hof dient in het kader van de onderhavige procedure een beslissing te geven omtrent de verlenging van de terbeschikkingstelling. Door de wetgever is aan het hof geen beslissingsbevoegdheid gegeven over de wijze van tenuitvoerlegging van de maatregel. Andere instanties, zoals de beklagcommissie van de inrichting en de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, zijn door de wetgever belast met de toetsing van de wijze waarop aan de tenuitvoerlegging van de maatregel inhoud wordt gegeven.
- In het bijzonder gelet op de advisering is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist als in de hierna te vermelden beslissing vervat. In het verlengingsadvies 31 oktober 2005 is vermeld dat de ontwikkelingsstoornis in de vorm van een forse cluster B persoonlijkheidsstoornis en ADHD restsymptomen nog in grote mate aanwezig zijn bij betrokkene en hem kwetsbaar maken voor recidive. In gesprekken blijft het moeilijk om overeenstemming met betrokkene te bereiken. De afweermechanismen externaliseren, rationaliseren, splitsen, bagatelliseren, diskwalificeren zijn onveranderd aanwezig. Ook de cognitieve beperkingen, die mede betrokkene’s functioneren bepalen, zijn niet bespreekbaar. Hij is niet toegankelijk voor uitleg en motivatie voor inname van medicatie en spreekt zijn wantrouwen hierover uit. Betrokkene heeft met zijn specifieke persoonlijkheidsproblematiek te weinig geprofiteerd van de behandeling. De behandeling is zichtbaar gaan stagneren in 2004 met het mislukken van de resocialisatie. Het lijkt erop dat betrokkene voortdurend overschat is in zijn mogelijkheden, zoals hij dat overtuigend bij zichzelf doet. Het recidiverisico wordt door de kliniek op korte en middellange termijn als hoog ingeschat, waarbij blijvend toezicht en structuur nodig zullen zijn om recidivegevaar te voorkomen. Voorts wordt in de aanvulling op het verlengingsadvies d.d. 1 mei 2006 melding gemaakt van het feit dat betrokkene inmiddels per 3 november 2005 is overgeplaatst naar de Pompekliniek waar men opnieuw is gestart met een delictanalyse en het analyseren van een nieuwe poging tot resocialisatie van betrokkene. Er hebben zich in de tussentijd geen grote veranderingen voorgedaan. Het mechanisme waarbij betrokkene de oorzaak van problemen bij de mensen om zich heen zoekt en niet naar zijn eigen aandeel kijkt, is regelmatig zichtbaar.
Op grond van het thans nog onverminderd aanwezige recidivegevaar en de
noodzaak tot verdere behandeling, is het hof van oordeel dat een verlenging van
de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar is geïndiceerd.
Beslissing:
Het hof:
Wijst af het verzoek van de raadsman.
Vernietigt de beslissing van de rechtbank te Almelo van 7 februari 2006 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde.
Verlengt de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Aldus gedaan door
mr Vegter als voorzitter,
mrs Verheugt en Lauwaars als raadsheren,
en dr Kaiser en drs Harmsen als raden,
in tegenwoordigheid van mr Tang als griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 2 juni 2006.
Mr Lauwaars en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.