ECLI:NL:GHARN:2006:AX8775

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
2 juni 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
TBS 2006\071
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Vegter
  • A. Verheugt
  • L. Lauwaars
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling en beoordeling van agressieproblematiek

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 2 juni 2006 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene. Het hof oordeelt dat, hoewel er geen intensieve behandeling meer plaatsvindt, verdere behandeling van de agressieproblematiek van de betrokkene noodzakelijk is. De beslissing van de rechtbank te 's-Gravenhage van 24 januari 2006, die de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengde, wordt vernietigd. Het hof wijst het subsidiaire verzoek van de raadsman af, dat het ministerie opdraagt om te bewerkstelligen dat de betrokkene zo spoedig mogelijk op verlof kan. Het hof benadrukt dat het geen beslissingsbevoegdheid heeft over de wijze van tenuitvoerlegging van de maatregel.

Het hof baseert zijn oordeel op het verlengingsadvies van 18 oktober 2005, waarin wordt vermeld dat de betrokkene lijdt aan een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Ondanks de groei in probleemoplossingsvaardigheden van de betrokkene, blijft er een beperkt risico op terugval in delictgedrag. Het hof concludeert dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De betrokkene moet nog op verlof worden gezet en een resocialisatietraject is noodzakelijk om hem te blijven volgen. Daarom is het hof van oordeel dat een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar geïndiceerd is.

De uitspraak is gedaan door de voorzitter en de raadsheren van het hof, en is openbaar uitgesproken. De beslissing is genomen in het kader van de Wet op de rechterlijke organisatie, waarbij het hof de verantwoordelijkheid heeft om te beslissen over de verlenging van de terbeschikkingstelling.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM
TBS 2006\071
Beslissing d.d. 2 juni 2006
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde]
geboren te [geboorteplaats]) op [geboortedatum]
verblijvende in [verblijfplaats]
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank te 's-Gravenhage van 24 januari 2006, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Overwegingen:
- Het hof zal de beslissing van de rechtbank te 's-Gravenhage van 24 januari 2006 vernietigen, omdat het recht zal doen mede op nieuwe stukken.
- In het bijzonder gelet op de advisering is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist als in de hierna te vermelden beslissing vervat. Het hof komt tot dit oordeel op grond van het verlengingsadvies van 18 oktober 2005, waarin is vermeld dat bij betrokkene sprake is van een narcistische persoonlijkheidsstoornis en dat de primaire krenkbaarheid van betrokkene nog altijd aanwezig is. De laatste jaren is betrokkene echter gegroeid in zijn probleemoplossingvaardigheden en zijn er voor betrokkene geen intensieve behandelonderdelen meer. Op grond van de risicotaxatie kan gesproken worden van een beperkt risico voor terugval in delictgedrag. Juist vanwege de persoonskenmerken van betrokkene zou de werkelijke toets van deze inschattingen, die gemaakt zijn op basis van het functioneren van betrokkene binnen de beveiligde context van de kliniek, echt pas zijn functioneren onder verlofcondities, dus buiten de beschermde setting, zijn. Deze toetsing is in de huidige situatie niet mogelijk. Vanuit het oogpunt van beveiliging van de maatschappij kan derhalve niet gesproken worden van voldoende veiligheid indien het tbs-kader zou wegvallen.
Hoewel er geen sprake meer is van intensieve behandeling, leidt het hof mede uit de meest recente wettelijke aantekeningen omtrent betrokkene af dat nog verdere behandeling van betrokkene’s agressieproblematiek is aangewezen.
Gelet op het feit dat het verlof van betrokkene nog ingezet moet worden en een resocialisatietraject noodzakelijk is om betrokkene te blijven volgen, is het hof van oordeel dat een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar is geïndiceerd.
- Het subsidiaire verzoek van de raadsman waarbij het hof het ministerie opdracht geeft te bewerkstelligen dat betrokkene zo spoedig mogelijk op verlof kan, wordt afgewezen. Het hof dient in het kader van de onderhavige procedure een beslissing te geven omtrent de verlenging van de terbeschikkingstelling. Door de wetgever is aan het hof geen beslissingsbevoegdheid gegeven over de wijze van tenuitvoerlegging van de maatregel.
Beslissing:
Het hof:
Wijst af het verzoek van de raadsman.
Vernietigt de beslissing van de rechtbank te 's-Gravenhage van 24 januari 2006 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde .
Verlengt de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Aldus gedaan door
mr Vegter als voorzitter,
mrs Verheugt en Lauwaars als raadsheren,
en dr Kaiser en drs Harmsen als raden,
in tegenwoordigheid van mr Tang als griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 2 juni 2006.
Mr Lauwaars en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.