ECLI:NL:GHARN:2006:AX8775
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Vegter
- A. Verheugt
- L. Lauwaars
- Rechtspraak.nl
Verlenging van terbeschikkingstelling en beoordeling van agressieproblematiek
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 2 juni 2006 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene. Het hof oordeelt dat, hoewel er geen intensieve behandeling meer plaatsvindt, verdere behandeling van de agressieproblematiek van de betrokkene noodzakelijk is. De beslissing van de rechtbank te 's-Gravenhage van 24 januari 2006, die de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengde, wordt vernietigd. Het hof wijst het subsidiaire verzoek van de raadsman af, dat het ministerie opdraagt om te bewerkstelligen dat de betrokkene zo spoedig mogelijk op verlof kan. Het hof benadrukt dat het geen beslissingsbevoegdheid heeft over de wijze van tenuitvoerlegging van de maatregel.
Het hof baseert zijn oordeel op het verlengingsadvies van 18 oktober 2005, waarin wordt vermeld dat de betrokkene lijdt aan een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Ondanks de groei in probleemoplossingsvaardigheden van de betrokkene, blijft er een beperkt risico op terugval in delictgedrag. Het hof concludeert dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De betrokkene moet nog op verlof worden gezet en een resocialisatietraject is noodzakelijk om hem te blijven volgen. Daarom is het hof van oordeel dat een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar geïndiceerd is.
De uitspraak is gedaan door de voorzitter en de raadsheren van het hof, en is openbaar uitgesproken. De beslissing is genomen in het kader van de Wet op de rechterlijke organisatie, waarbij het hof de verantwoordelijkheid heeft om te beslissen over de verlenging van de terbeschikkingstelling.