ECLI:NL:GHARN:2006:AX9367

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
26 juni 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
TBS 2006\080
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Verheugt
  • A. Stikkelbroeck
  • D. Dik
  • J. Schaap
  • H. van Weers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege en gebruik van libidoremmende medicatie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 26 juni 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Zwolle van 24 januari 2006, die de terbeschikkingstelling van de betrokkene met een jaar had verlengd. Het hof overweegt dat nu aan de voorwaarden van huisvesting en werk is voldaan, een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege voor de hand ligt. Echter, het hof voelt zich onvoldoende voorgelicht om hierover een definitief oordeel te vellen. Daarom is het noodzakelijk dat er een rapportage door de reclassering wordt opgemaakt over de mogelijkheden van deze voorwaardelijke beëindiging.

Daarnaast heeft het hof vragen over het nut en de noodzaak van het gebruik van libidoremmende medicatie door de betrokkene. Gezien de ingrijpende gevolgen van dergelijke medicatie, verzoekt het hof psychiater P.J.A. van Panhuis om onderzoek te verrichten naar de wenselijkheid van het gebruik van deze medicatie en hierover rapportage op te maken. Het hof heropent de behandeling van de zaak en schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd, terwijl het de advocaat-generaal verzoekt om nadere informatie te verstrekken.

De beslissing van het hof is genomen in aanwezigheid van de voorzitter en de raadsheren, en is openbaar uitgesproken. De zaak betreft de terbeschikkingstelling van de betrokkene, die op dat moment in een bepaalde verblijfplaats verbleef. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige afwegingen bij de beëindiging van de verpleging en het gebruik van medicatie.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM
TBS 2006\080
Tussenbeslissing d.d. 26 juni 2006
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
verblijvende in [verblijfplaats].
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank te Zwolle van 24 januari 2006, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar.
Overwegingen:
Ter terechtzitting van de rechtbank heeft de reclassering aangegeven dat betrokkene naar het inzicht van de reclassering nog niet toe was aan een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, omdat er nog niets was geregeld met betrekking tot huisvesting, werk en financiën. Nu aan de voorwaarden van huisvesting en werk is voldaan, ligt voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege voor de hand. Het hof acht zich thans onvoldoende voorgelicht om hierover te kunnen oordelen. Voor de vorming van zijn eindoordeel en mede gelet op het desbetreffend verzoek van de raadsvrouw acht het hof het noodzakelijk dat er een rapportage door de reclassering wordt opgemaakt omtrent de mogelijkheden van voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Het hof heeft onvoldoende duidelijkheid verkregen over het nut en/of de noodzaak van het gebruik van libidoremmende medicatie door betrokkene, al dan niet in de vorm van een depot. Mede gelet op de ingrijpende gevolgen die het gebruik van dergelijke medicijnen voor betrokkene heeft, verzoekt het hof om psychiater P.J.A. van Panhuis onderzoek te laten verrichten naar de wenselijkheid van het gebruik van libidoremmende medicatie voor betrokkene en hieromtrent rapportage te laten opmaken.
Beslissing:
Het hof:
- Heropent de behandeling van de zaak om voormelde reden en schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd;
- Verzoekt de advocaat-generaal met voormeld doel en voordien nadere informatie te verstrekken, met afschrift aan de advocaat;
- Beveelt de oproeping van de terbeschikkinggestelde tegen het hierboven genoemde tijdstip en met tijdige kennisgeving hiervan aan de raadsman van de betrokkene.
Aldus gedaan door
mr Verheugt als voorzitter,
mrs Stikkelbroeck en Dik als raadsheren,
en dr Schaap en drs van Weers als raden,
in tegenwoordigheid van mr Jansen als griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 26 juni 2006.
Mr Dik en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.