ECLI:NL:GHARN:2006:AY6430
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- mr. Vegter
- mrs. Van Kuijck
- mrs. Buyne
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de maatregel tot terbeschikkingstelling en ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 14 augustus 2006 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene, die eerder door de rechtbank te Maastricht was opgelegd. Het hof verklaart het openbaar ministerie ontvankelijk in de vordering tot verlenging van de maatregel tot terbeschikkingstelling, die tijdig is ingediend. De raadsman van de betrokkene had betoogd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat de vordering tot verlenging niet gelijktijdig was ingediend met de omzettingsvordering. Het hof oordeelt echter dat dit niet leidt tot niet-ontvankelijkheid, aangezien de vordering tot verlenging tijdig was ingediend en het niet van belang is of het gaat om terbeschikkingstelling met voorwaarden of met verpleging van overheidswege.
Het hof vernietigt de beslissing van de rechtbank te Maastricht van 28 juni 2006, die de terbeschikkingstelling met twee jaar had verlengd, en wijst het verzoek tot nader onderzoek door een externe deskundige af. Het hof is van oordeel dat er geen duidelijke diagnose is gesteld, maar dat de komende periode geschikt is om deze te verduidelijken, met name door observatie in het Pieter Baan Centrum. De beslissing van het hof houdt in dat de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd, omdat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen dit eist. De betrokkene vertoont ernstige persoonlijkheidsstoornissen en er is nog steeds recidivegevaar aanwezig. De beslissing is openbaar uitgesproken door de voorzitter en de raadsheren, met de griffier aanwezig.