ECLI:NL:GHARN:2006:AY6437

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
3 juli 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
TBS 2006\081
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Verheugt
  • A. Abbink
  • J. van Ditzhuijzen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van de behandeling van een terbeschikkinggestelde met aanhoudende verslavingsproblematiek

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 3 juli 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam van 23 januari 2006, die de terbeschikkingstelling van de betrokkene met een jaar had verlengd. De betrokkene zit inmiddels bijna zeven jaar in de TBS, waarbij zijn aanhoudende en hardnekkige verslavingsproblematiek een belangrijke rol speelt. Deze verslavingsproblematiek belemmert zijn resocialisatie en heeft geleid tot een uitzichtloze situatie. Het hof oordeelt dat de behandeling van de verslaving doelgericht moet worden aangepakt en dat een verslavingskliniek de meest geschikte instelling lijkt voor deze behandeling. Echter, het hof sluit niet uit dat de Pompekliniek ook over adequate voorzieningen beschikt voor de behandeling van de verslaving. Om hierover meer inzicht te krijgen, wenst het hof een deskundige van de Pompekliniek te horen. Daarom wordt de behandeling van de zaak heropend en aangehouden voor een volgende zitting. De beslissing is genomen door de kamer van het hof, bestaande uit de voorzitter en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 3 juli 2006.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM
TBS 2006\081
Beslissing d.d. 3 juli 2006
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikking gestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
verblijvende in [verblijfplaats].
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank te Rotterdam van 23 januari 2006, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar.
Overwegingen:
- Uit de stukken en het verhandelde ter terechtzitting blijkt het volgende. Betrokkene zit thans bijna zeven en een half jaar in de TBS. In februari van dit jaar is hij na een weinig succesvolle behandeling overgeplaatst van Flevo Future te Utrecht naar de Pompekliniek in Nijmegen. Een verlofaanvraag is afgewezen.
Opvallend in het ziektebeeld van betrokkene is zijn aanhoudende, zeer hardnekkige verslavingsproblematiek. Deze is onverminderd aanwezig en blokkeert een eventuele resocialisatie, hetgeen een voor betrokkene vrijwel uitzichtloze situatie heeft doen ontstaan die reeds een aantal jaren duurt.
Naar het oordeel van het hof lijkt thans aangewezen dat de behandeling van de verslaving doelgericht ter hand wordt genomen en mede gelet op de ernst van de verslaving lijkt een verslavingskliniek daarvoor de meest geschikte instelling. Het hof sluit echter niet uit dat de Pompekliniek over voorzieningen beschikt die een adequate behandeling van de verslaving even goed mogelijk maken.
Hierover wenst het hof door een deskundige van de Pompekliniek te worden voorgelicht. Daarom wordt de behandeling van de zaak heropend en de zaak aangehouden voor behandeling op een volgende zitting.
Beslissing:
Het hof:
- Heropent de behandeling van de zaak om voormelde reden en schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd;
- Zal tegen nader te bepalen tijdstip ter terechtzitting een getuige-deskundige van de Pompe-kliniek horen;
- Beveelt de oproeping van de terbeschikkinggestelde en de getuige-deskundige van de Pompe-kliniek tegen nader te noemen tijdstip en met tijdige kennisgeving hiervan aan de advocaat van betrokkene.
Aldus gedaan door
mr Verheugt als voorzitter,
mrs Abbink en Van Ditzhuijzen als raadsheren,
en dr van Kordelaar en dr Raes als raden,
in tegenwoordigheid van mr Bosma als griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 3 juli 2006.
Mr Van Ditzhuijzen en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.