ECLI:NL:GHARN:2006:AY9740
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- A. Knottnerus
- W. Wefers Bettink
- J. Groefsema
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de kwalificatie van de contractuele relatie tussen De Gelderlander en een freelance fotograaf
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 15 augustus 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep over de kwalificatie van de contractuele relatie tussen de besloten vennootschap Uitgeversmaatschappij De Gelderlander B.V. en de fotograaf [geïntimeerde]. De Gelderlander stelde dat de relatie gekwalificeerd moest worden als een overeenkomst van opdracht, terwijl [geïntimeerde] aanvoerde dat er sprake was van een arbeidsovereenkomst. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in onderling verband en samenhang bezien. Het hof concludeerde dat de overeenkomst in de praktijk, conform de bedoeling van partijen, als een overeenkomst van opdracht is uitgevoerd. Het hof oordeelde dat er geen sprake was van een schijnconstructie, zoals [geïntimeerde] had aangevoerd. Het hof heeft vastgesteld dat [geïntimeerde] gedurende een periode van meer dan drie maanden wekelijks tegen beloning arbeid verrichtte voor De Gelderlander, wat het vermoeden van een arbeidsovereenkomst opriep. Echter, het hof heeft de argumenten van De Gelderlander overwogen en geconcludeerd dat de partijbedoeling nadrukkelijk naar een overeenkomst van opdracht wijst. Het hof heeft de grieven van De Gelderlander die gericht waren tegen het oordeel van de kantonrechter dat sprake was van een arbeidsovereenkomst, toegewezen. De vorderingen van [geïntimeerde] zijn afgewezen, en het hof heeft de kosten van beide instanties aan [geïntimeerde] opgelegd.