ECLI:NL:GHARN:2006:AZ0944
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- J.W.P. Verheugt
- Y.A.J.M. van Kuijck
- A.G. Coumans
- Rechtspraak.nl
De gedeeltelijke toewijzing van de vordering tot achterwege laten van vervroegde invrijheidstelling in verband met nieuwe feiten en persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 18 oktober 2006 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot het achterwege laten van de vervroegde invrijheidstelling van de veroordeelde. De vordering was gebaseerd op nieuwe feiten die zich hadden voorgedaan na de aanvang van de tenuitvoerlegging van de straf. De veroordeelde, die een gevangenisstraf van vier jaar en zes maanden had gekregen, was in de periode van 13 september 2005 tot 23 november 2005 onttrokken aan de executie van zijn vonnis en had zich schuldig gemaakt aan ernstige strafbare feiten, waaronder afpersing en poging tot diefstal. Het hof heeft vastgesteld dat de veroordeelde zich opnieuw schuldig had gemaakt aan strafbare feiten, wat de vordering van de officier van justitie onderbouwde.
Desondanks heeft het hof ook de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde in overweging genomen. De veroordeelde was begonnen met een behandeling en was gemotiveerd om zijn leven een andere wending te geven. Hij was geplaatst op de Therapieafdeling van de penitentiaire inrichting en had zich aangemeld voor verdere behandeling in Hoeve Boschoord. De psycholoog had in een rapportage geconcludeerd dat de veroordeelde een authentieke hulpvraag had en openstond voor begeleiding. Het hof heeft daarom besloten om de vordering van de officier van justitie slechts gedeeltelijk toe te wijzen, waarbij de vervroegde invrijheidstelling voor een deel van vier maanden achterwege zal blijven. Dit besluit is genomen met inachtneming van de door de raadsvrouw aangegeven termijn en de mogelijkheid voor de veroordeelde om behandeld te worden in Hoeve Boschoord.
De uitspraak van het hof benadrukt het belang van zowel de ernst van de gepleegde feiten als de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde in het kader van de beslissing over vervroegde invrijheidstelling. Het hof heeft de vordering van de officier van justitie gedeeltelijk toegewezen, wat aangeeft dat er ruimte is voor rehabilitatie, mits de veroordeelde zich blijft inzetten voor zijn behandeling en persoonlijke ontwikkeling.