ECLI:NL:GHARN:2006:AZ0949

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
23 oktober 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
TBS 2006\172
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • mr. Stikkelbroeck
  • mrs. Verheugt
  • mrs. Roessingh-Bakels
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling in verband met psychische problematiek en verslavingsgedrag

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 23 oktober 2006 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene, die lijdt aan schizofrenie, afhankelijkheid van verschillende middelen en een antisociale persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank te Zutphen had eerder op 16 juni 2006 besloten om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. Het hof heeft deze beslissing vernietigd, mede op basis van nieuwe stukken en verklaringen van getuige-deskundigen tijdens de zitting. Het hof oordeelt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.

Het hof heeft vastgesteld dat de kliniek niet voldoende heeft aangegeven welke mogelijkheden voor vervolgtrajecten zijn onderzocht en hoe dit onderzoek is verlopen. De kliniek had enkel vermeld dat er vervolgvoorzieningen waren aangeschreven en dat de betrokkene overal was afgewezen. Gezien de ernst van de indexdelicten en de problematiek van de betrokkene, acht het hof het noodzakelijk dat er mogelijkheden voor plaatsing in een geschikte GGZ-instelling worden onderzocht.

Uiteindelijk heeft het hof besloten om de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen, waarbij de keuze voor een kortere termijn is gemaakt om ervoor te zorgen dat er binnen afzienbare tijd mogelijkheden voor een vervolgtraject in beeld komen. De beslissing is openbaar uitgesproken door de voorzitter en de raadsheren, met de griffier aanwezig.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM
TBS 2006\172
Beslissing d.d. 23 oktober 2006
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[TERBESCHIKKINGGESTELDE],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
thans gedetineerd in [verblijfplaats].
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank te Zutphen van 16 juni 2006, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Overwegingen:
Het hof zal de beslissing van de rechtbank dienen te vernietigen, daar het recht zal doen mede op grond van nieuwe stukken en hetgeen de getuige-deskundigen ter terechtzitting hebben verklaard.
In het bijzonder gelet op de advisering is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist als in de hierna te vermelden beslissing vervat. Uit het verlengingsadvies volgt dat bij betrokkene sprake is van schizofrenie, afhankelijkheid van verschillende middelen en een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Betrokkene heeft weinig ziektebesef en ziekte-inzicht. De inschatting van de kliniek is dat betrokkene bij het wegvallen van de structuur van de kliniek vrij snel zal terugvallen in zijn drugsproblematiek en nauw daaraan gerelateerd delictgedrag. In het verlengingsadvies staat tevens dat de indexdelicten en de daarvoor door betrokkene gepleegde delicten vrijwel allemaal gerelateerd zijn aan de verslavingsproblematiek van betrokkene.
Mede gelet op de aard en de ernst van de indexdelicten acht het hof het in het belang van betrokkene dat de mogelijkheden van plaatsing in een GGZ-instelling, die geschikt is voor de problematiek van betrokkene, worden onderzocht, temeer daar de kliniek in het onderhavige verlengingsadvies niet concreet heeft aangegeven welke mogelijkheden precies zijn onderzocht en hoe dit onderzoek is verlopen. De kliniek heeft enkel vermeld een aantal vervolgvoorzieningen in de GGZ te hebben aangeschreven en dat betrokkene overal werd afgewezen.
Gelet op het hiervoor overwogene is het hof, anders dan de advocaat-generaal, van oordeel dat verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar is geïndiceerd, waarbij voor een kortere - deels reeds verstreken - termijn is gekozen opdat binnen afzienbare tijd door de kliniek mogelijkheden voor een vervolgtraject in beeld worden gebracht.
Beslissing:
Het hof:
Vernietigt de beslissing van de rechtbank te Zutphen van 16 juni 2006 met betrekking tot de [terbeschikkinggestelde].
Verlengt de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar.
Aldus gedaan door
mr Stikkelbroeck als voorzitter,
mrs Verheugt en Roessingh-Bakels als raadsheren,
en drs Mensing en drs Poll als raden,
in tegenwoordigheid van mr Jansen als griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 23 oktober 2006.