ECLI:NL:GHARN:2006:AZ3471

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
6 november 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
TBS 2006\187
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Verheugt
  • A. van der Herberg
  • J. Sackers
  • Drs. J. Boon
  • Drs. H. Harmsen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling en beoordeling van adviezen in het kader van artikel 509o Sv

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 6 november 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 22 mei 2006, die de terbeschikkingstelling van de betrokkene met twee jaar had verlengd. De raadsman betoogde dat de adviezen voor verlenging niet voldeden aan de eisen van artikel 509o, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, omdat deze niet waren ondertekend door het hoofd van de inrichting. Het hof oordeelde dat het verlengingsadvies op juiste wijze was ondertekend en dat de aanvullende informatie niet onder de strekking van artikel 509o viel, waardoor deze niet ondertekend hoefde te worden. Het hof overwoog dat de behandeling van de betrokkene recent was begonnen en dat er nog onvoldoende zicht was op de problematiek van de betrokkene, die regelmatig onder invloed van drugs verkeerde. De kliniek schatte in dat de behandeling nog geruime tijd zou duren, omdat de betrokkene niet gemotiveerd was om zijn drugsgebruik aan te pakken. Het hof concludeerde dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling eiste en dat het recidiverisico hoog was, gezien de afhankelijkheid van de betrokkene van drugs en zijn omgeving. Daarom werd de beslissing van de rechtbank vernietigd en werd de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM
TBS 2006\187
Beslissing d.d. 6 november 2006
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
verblijvende in [verblijfplaats].
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 22 mei 2006, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Overwegingen:
Het hof zal de beslissing van de rechtbank dienen te vernietigen, daar het recht doet mede op grond van nieuwe stukken.
De raadsman heeft betoogd dat het verlengingsadvies en het aanvullend advies niet voldoen aan de vereisten gesteld in artikel 509o, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, daar de adviezen niet door het hoofd van de inrichting zijn ondertekend. Tevens is de raadsman van mening dat er geen sprake is van een recente rapportage, nu de adviezen grotendeels zijn gebaseerd op de rapportage van het Pieter Baan Centrum, gedateerd 30 maart 2004 en het voorlichtingsrapport van Novadic, gedateerd 18 november 2003.
Het hof overweegt hieromtrent het volgende.
Artikel 509o, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering vereist dat bij de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling wordt overgelegd een recent opgemaakt, met redenen omkleed en ondertekend advies afkomstig van het hoofd van de inrichting en een afschrift van de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de terbeschikkinggestelde.
Het verlengingsadvies is op 6 februari 2006 uitgebracht door Hoeve Boschoord en is ondertekend door hoofd individuele behandeling, behandelverantwoordelijke en psychiater. Tevens is er een aansluitende brief, gedateerd 13 februari 2006, ondertekend door algemeen directeur en hoofd van de inrichting, en hoofd medisch psychiatrische dienst, waarin zij verklaren zich te kunnen verenigen met voornoemd verlengingsadvies. Het advies is derhalve op juiste wijze ondertekend. Bovendien zijn per faxbericht, gedateerd 24 april 2006, de wettelijke aantekeningen omtrent betrokkene overgelegd.
De aanvullende informatie met betrekking tot het behandelverloop van betrokkene, gedateerd 19 oktober 2006 valt niet onder de strekking van artikel 509o, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering. De aanvulling hoeft dientengevolge niet te worden ondertekend door het hoofd van de inrichting. Het verdient echter wel de voorkeur dat een dergelijke aanvulling door de rapporteurs in persoon wordt ondertekend.
In zowel het verlengingsadvies van 6 februari 2006 als de aanvulling daarop van 19 oktober 2006 heeft de kliniek de beschrijvende diagnostiek uit het advies van het Pieter Baan Centrum overgenomen. De getuige-deskundige heeft ter zitting bij de rechtbank verklaard dat er tot op dat moment nog geen sprake is geweest van behandeling en hij persisteerde bij het advies. De behandeling van betrokkene is sinds kort aangevangen. Het beeld met betrekking tot de problematiek van betrokkene is derhalve nog hetzelfde als op het moment dat betrokkene in het Pieter Baan Centrum werd onderzocht. Daarbij zijn in het verlengingsadvies de bevindingen van Hoeve Boschoord opgenomen in een DSM-IV classificatie. Tevens zijn in de aanvulling de resultaten van diverse onderzoeken, uitgevoerd door Hoeve Boschoord, opgenomen. De diagnostiek is dientengevolge actueel.
Gelet op het voorgaande acht het hof zich voldoende en op juiste wijze voorgelicht.
Het verzoek tot aanhouding om onderzoek te laten doen naar de mogelijkheid van voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege wordt afgewezen. Betrokkene verkeert regelmatig periodes onder invloed van drugs. In die periodes is betrokkene passief, afwezig en ongemotiveerd in zijn behandeling. De kliniek schat dat de behandeling van betrokkene nog geruime tijd in beslag zal nemen, omdat betrokkene nog onvoldoende zicht heeft op de redenen van het drugsgebruik en niet de motivatie heeft de drugs uit zijn leven te bannen. Het hof is van oordeel dat voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege – zoals ook kan blijken uit de hierna volgende overweging – thans nog niet aan de orde is.
In het bijzonder gelet op de advisering is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist als in de hierna te vermelden beslissing vervat. Uit het verlengingsadvies en de aanvulling daarop volgt dat bij betrokkene sprake is van een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en afhankelijke trekken. Tevens is er sprake van afhankelijkheid van verschillende middelen. Betrokkene is nog totaal afhankelijk van zijn omgeving. Anders dan de raadsman heeft betoogd, wordt het recidiverisico hoog ingeschat, nu het verlangen van betrokkene naar drugs onverminderd groot is en daarmee ook de kans op recidive. Indien betrokkene zich zonder begeleiding en controle staande moet houden in de maatschappij wordt het recidiverisico hoog ingeschat. De behandeling van betrokkene is pas recent begonnen.
Gelet op het aanwezige delictgevaar en het gegeven dat betrokkene nog langdurig behandeling, structuur en begeleiding nodig heeft, is het hof van oordeel dat een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar is geïndiceerd.
Beslissing:
Het hof:
Vernietigt de beslissing van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 22 mei 2006 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde.
Wijst af het verzoek tot aanhouding.
Verlengt de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Aldus gedaan door
mr Verheugt als voorzitter,
mrs Van der Herberg en Sackers als raadsheren,
en drs Boon en drs Harmsen als raden,
in tegenwoordigheid van mr Jansen als griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 6 november 2006.
Mr Sackers en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.