4.3 In dit verband staat het volgende vast.
In de conceptakte, opgemaakt door mr. L. Kostering, notaris te Deventer, is het volgende vermeld met betrekking tot de tot stand te komen erfdienstbaarheid:
"De comparanten [hof: [A.] als comparant sub 1 namens Haverkamp B.V. en [appellant] met zijn echtgenote als comparanten sub 2] zijn overeengekomen dat ten laste van het dienend erf [hof: [adres] 48, 48A, 48B] en ten behoeve van het heersend erf [hof: [adres] 50] een recht zal worden gecreëerd om het voor de eigenaren en bevoegde gebruikers van het heersend erf mogelijk te maken dat zij vanaf het heersend erf, via het dienend erf, de openbare weg, genaamd: [adres], kunnen bereiken, en vanaf genoemde openbare weg het heersend erf.
Ter uitvoering van deze overeenkomst verklaarden partijen bij deze te vestigen een:
A. erfdienstbaarheid van voetpad (…)
B. kwalitatieve verplichting (…)
Ten aanzien van zowel gemelde erfdienstbaarheid als ten aanzien van gemelde kwalitatieve verplichting gelden de volgende bepalingen:
a. Het dienend erf zal uitsluitend mogen worden gebruikt overeenkomstig de daaraan in de na te melden akte van (onder-)splitsing in appartementsrechten gegeven bestemming, te weten trapopgang, hal en trappenhuis ten behoeve van woonruimte. De eigenaren en bevoegde gebruikers van het dienend erf zullen van dit erf gebruik kunnen blijven maken zoals zij dit wensen, mits dit gebruik geen inbreuk zal maken op het gebruik van het dienende erf door de eigenaren en bevoegde gebruikers van het heersend erf.
b. Het dienend erf kan op de grens daarvan met de openbare weg worden afgesloten, mits iedere rechthebbende onbelemmerd gebruik kan blijven maken van het dienend erf. (…)
"AANVAARDING EN VESTIGING
De comparanten sub 1 en 2 nemen de levering en vestiging van voormelde erfdienstbaarheid en van voormelde kwalitatieve verplichting, met de daarbij behorende rechten en verplichtingen, over en weer aan.
vergoeding
Voor het verlenen van voormelde rechten is door de comparanten sub 2 aan de sub 1 genoemde vennootschap een eenmalige vergoeding verschuldigd waarvan de hoogte door partijen nader in onderling overleg zal worden vastgesteld. Het recht op deze vergoeding is strikt persoonlijk en gaat niet over op rechtsopvolgers van deze vennootschap in de eigendom van het dienende erf."
In een brief van 4 oktober 2001 heeft [A.] namens Haverkamp B.V. aan [geïntimeerden] geschreven dat er in het verleden een erfdienstbaarheid is gevestigd tussen hem en [appellant], dat de ontsluiting van de door [appellant] nieuw te bouwen bovenwoningen naar de [adres] via het trappenhuis mag plaatsvinden, dat deze "vestiging erfdienstbaarheid" door [geïntimeerden] voor akkoord is getekend bij de koop van hun appartement, en dat de twee nieuwe woningen uiteraard zullen bijdragen aan de kosten van het onderhoud zoals geregeld in de bijgevoegde notariële akte.
Verder staat - als door [geïntimeerden] niet gemotiveerd weersproken - vast dat [appellant] omstreeks juni 2002 bovengenoemde eenmalige vergoeding, die bepaald was op € 6.810,-, aan Haverkamp B.V. heeft betaald nadat hem daarvoor op 18 juni 2002 een factuur was toegezonden, en dat [appellant] in de kosten van het onderhoud van het dienende erf (trappenhuis etc.) is gaan bijdragen zoals was bepaald in de conceptakte vestiging erfdienstbaarheid.
Het hof stelt voorts vast dat [geïntimeerden] hebben erkend dat zij door hun desbetreffende akkoordverklaring in het kader van de koop van hun appartementsrecht - de koopovereenkomst dateerde van 27 april 1999 - verplicht waren om aan het vestigen van de in de conceptakte omschreven erfdienstbaarheid ten laste van hun perceel hun medewerking te verlenen. Ten slotte staat vast dat deze erfdienstbaarheid nog niet was gevestigd op het moment dat het bewuste appartementsrecht aan hen werd geleverd op 7 september 1999 en niet was opgenomen in de desbetreffende transportakte.