ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6295
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- H.G.W. Stikkelbroeck
- Y.A.J.M. van Kuijck
- E. van der Herberg
- Rechtspraak.nl
Vordering tot achterwege blijven van vervroegde invrijheidstelling na ernstige misdragingen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 27 december 2006 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot het achterwege blijven van de vervroegde invrijheidstelling van een veroordeelde. De vordering was gebaseerd op ernstige misdragingen van de veroordeelde na de aanvang van de tenuitvoerlegging van zijn straf, zoals bedoeld in artikel 15a, eerste lid aanhef en sub c van het Wetboek van Strafrecht. De veroordeelde had zich onttrokken aan de tenuitvoerlegging van zijn straf en was later opnieuw in de fout gegaan door zich schuldig te maken aan verboden wapenbezit en schuldheling. De advocaat-generaal stelde dat de vordering onverwijld was ingediend, terwijl de raadsman betoogde dat dit niet het geval was. Het hof oordeelde dat de vordering niet onverwijld was gedaan, maar dat dit niet leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie, aangezien er geen sprake was van grove veronachtzaming van de belangen van de veroordeelde. Het hof besloot de vordering gedeeltelijk toe te wijzen en de vervroegde invrijheidstelling met zes maanden uit te stellen, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde en zijn positieve ontwikkelingen na zijn laatste veroordeling. Het hof heeft daarbij de inzet van de veroordeelde voor hulpverlening en therapie in overweging genomen.