ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6299
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- H.G.W. Stikkelbroeck
- Y.A.J.M. van Kuijck
- E. van der Herberg
- Rechtspraak.nl
Vervroegde invrijheidstelling en ernstige misdraging in het strafrecht
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 27 december 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vordering tot het achterwege blijven van de vervroegde invrijheidstelling van de veroordeelde. De veroordeelde was eerder door de politierechter veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden wegens mishandeling, een overtreding van artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht. De vordering van de officier van justitie was gebaseerd op de stelling dat de veroordeelde zich na de aanvang van de tenuitvoerlegging van zijn straf zeer ernstig had misdragen, wat zou rechtvaardigen dat de vervroegde invrijheidstelling zou worden uitgesteld. Het hof overwoog dat de aard van de misdraging, die bestond uit huiselijk geweld, bedreiging en wederrechtelijke vrijheidsberoving jegens zijn zusje, een ernstige misdraging vormde in de zin van artikel 15a van het Wetboek van Strafrecht. Het hof concludeerde dat de wijziging van artikel 67 van het Wetboek van Strafvordering, die het mogelijk maakte om voorlopige hechtenis toe te passen bij overtredingen van artikel 300, van invloed was op de beoordeling van de vordering. Het hof besloot de vordering van de officier van justitie gedeeltelijk toe te wijzen, waardoor de vervroegde invrijheidstelling van de veroordeelde met twee maanden werd uitgesteld. De persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde, waaronder zijn deelname aan een behandeling, werden ook in overweging genomen bij de beslissing.