ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6616
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- A.M. van Amsterdam
- Kooijmans
- Spek
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de deelnemingsvrijstelling in vennootschapsbelasting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 12 december 2006 uitspraak gedaan in het hoger beroep van X B.V. tegen de uitspraak van de Rechtbank Arnhem van 4 januari 2006. De Rechtbank had eerder geoordeeld over de door de Inspecteur van de Belastingdienst opgelegde aanslag vennootschapsbelasting voor het boekjaar 2002/2003, waarbij een belastbaar bedrag van € 223.975,- was vastgesteld. Belanghebbende, X B.V., was het niet eens met de beslissing van de Rechtbank om de deelnemingsvrijstelling niet toe te passen en is hiertegen in hoger beroep gegaan.
Het Hof heeft in zijn beoordeling verwezen naar de feiten zoals opgenomen in de uitspraak van de Rechtbank en heeft de standpunten van beide partijen in overweging genomen. Belanghebbende heeft geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en tot gegrondverklaring van haar beroep met betrekking tot de deelnemingsvrijstelling. De Inspecteur heeft echter geconcludeerd tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.
Na beoordeling van de argumenten heeft het Hof geoordeeld dat de Rechtbank op goede gronden heeft beslist dat de deelnemingsvrijstelling niet van toepassing is. Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank bevestigd, met overneming van de gronden. Tevens heeft het Hof geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, drs. S. Darwinkel, en is aangetekend verzonden op 27 december 2006.