ECLI:NL:GHARN:2007:AZ7106
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Makkink
- T. Tjittes
- A. Dozy
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid na auto-ongeval en vergoedingsplicht van verzekeraar
In deze zaak gaat het om een auto-ongeval dat plaatsvond op 18 november 1999 in Apeldoorn, waarbij de geïntimeerde, [geïntimeerde], schade heeft geleden door een aanrijding met de auto van [A.], die verzekerd was bij de Noordhollandsche. Na een eerdere procedure waarin [geïntimeerde] [A.] aansprakelijk stelde, heeft de Noordhollandsche een voorschot van ƒ 3.000,- betaald. [geïntimeerde] heeft vervolgens [A.] gedagvaard voor het kantongerecht, waar zij een vordering heeft ingesteld voor een bedrag van ƒ 3.594,64 plus buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter heeft [A.] volledig aansprakelijk gesteld en de vordering toegewezen. [A.] ging in hoger beroep, maar de rechtbank bevestigde het vonnis van de kantonrechter, met uitzondering van de buitengerechtelijke kosten.
In 2004 startte [geïntimeerde] een nieuwe procedure tegen [A.] en de Noordhollandsche, waarbij zij vergoeding van smartengeld en andere schadeposten vorderde. De Noordhollandsche voerde aan dat de vordering was verjaard en dat de aansprakelijkheid van [A.] niet meer bestond, omdat de schade al was vergoed. De rechtbank oordeelde dat [geïntimeerde] ontvankelijk was in haar vordering tegen de Noordhollandsche, maar niet tegen [A.], omdat de schadevaststelling formele rechtskracht had gekregen.
In hoger beroep heeft de Noordhollandsche drie grieven ingediend tegen de ontvankelijkheid van de vorderingen van [geïntimeerde]. Het hof oordeelt dat de Noordhollandsche zich niet kan beroepen op het feit dat de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van [A.] niet meer bestaat, omdat [geïntimeerde] nog steeds een vordering heeft op zowel [A.] als de Noordhollandsche voor de niet vergoede schade. Het hof bekrachtigt het tussenvonnis van de rechtbank en verwijst de zaak terug voor verdere behandeling, waarbij de Noordhollandsche wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.