ECLI:NL:GHARN:2007:AZ7570
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- G. Dam
- S. Zwerwer
- J.J. Beswerda
- Rechtspraak.nl
Bedreiging met een wapen en het aanwezig hebben van een wapen van de eerste categorie via digitale communicatie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 30 januari 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte is beschuldigd van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en het aanwezig hebben van een wapen van de eerste categorie. De feiten vonden plaats tussen 22 en 30 december 2005, toen de verdachte via MSN en een webcam contact had met het slachtoffer, aangeduid als [betrokkene]. Tijdens dit contact heeft de verdachte dreigende berichten gestuurd, waaronder de teksten 'deze krijg jij binnenkort op je hoofd' en 'je gaat er aan', terwijl hij een op een vuurwapen gelijkend speelgoedpistool op de webcam richtte. Ondanks dat het wapen niet echt was, werd de dreiging als ernstig ervaren door het slachtoffer.
De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een straf, maar de verdachte ging in hoger beroep. Het hof verleende verstek tegen de niet verschenen verdachte en behandelde de zaak op basis van de beschikbare stukken. De advocaat-generaal vorderde een geldboete en vervangende hechtenis, maar het hof besloot het vonnis te vernietigen en opnieuw recht te doen. Het hof achtte de bedreiging en het bezit van het speelgoedpistool bewezen en kwalificeerde deze feiten als misdrijven volgens de relevante wetgeving.
Bij de strafmotivering hield het hof rekening met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. De verdachte had eerder een werkstraf opgelegd gekregen, maar was nog niet eerder tot een gevangenisstraf veroordeeld. Het hof legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken op, evenals een taakstraf van honderdtwintig uren, met vervangende hechtenis voor het geval de werkstraf niet naar behoren werd verricht. Het hof oordeelde dat de bedreiging, ondanks de digitale communicatie, een reële vrees bij het slachtoffer had opgewekt en dat de verdachte strafbaar was voor zijn daden.