ECLI:NL:GHARN:2007:AZ7671
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- mr. Vegter
- mrs. Stikkelbroeck
- mr. van der Herberg
- Rechtspraak.nl
Verlenging terbeschikkingstelling en proportionaliteit in de rechtspraak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 29 januari 2007 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene, die sinds 1967 onder deze maatregel valt. De rechtbank te 's-Hertogenbosch had eerder op 4 juli 2006 besloten om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. Het hof heeft deze beslissing vernietigd en de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd. Dit besluit is genomen in het licht van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit, waarbij het hof heeft overwogen dat naarmate de terbeschikkingstelling langer duurt, er meer gewicht moet worden toegekend aan deze beginselen.
De raadsman van de betrokkene heeft actief alternatieven onderzocht voor het langdurig verblijf op een longstay-afdeling in een TBS-instelling. Het hof heeft vastgesteld dat er mogelijkheden zijn voor alternatieve verblijfsituaties, wat aanleiding geeft om de termijn van de terbeschikkingstelling te heroverwegen. De beslissing van het hof is mede ingegeven door de noodzaak om de veiligheid van de samenleving te waarborgen, gezien het recidivegevaar van de betrokkene, die lijdt aan pedofilie en een persoonlijkheidsstoornis.
Het hof heeft ook opgemerkt dat de behandeling van het beroep meer dan zes maanden na het instellen van het hoger beroep heeft plaatsgevonden, wat in strijd is met de verdragsrechtelijke verplichting tot een spoedige behandeling. Dit heeft geleid tot de conclusie dat een kortere verlenging van de terbeschikkingstelling dan door de rechtbank was beslist, gerechtvaardigd is. De beslissing van het hof benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging tussen de rechten van de betrokkene en de bescherming van de samenleving.