ECLI:NL:GHARN:2007:AZ7673

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
29 januari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
TBS 2006\269
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • mr. Vegter
  • mrs. Stikkelbroeck
  • mr. van der Herberg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeslissing inzake terbeschikkingstelling en risicotaxatie

In deze tussenbeslissing van het Gerechtshof Arnhem, gedateerd 29 januari 2007, wordt het verzoek om de behandeling aan te houden afgewezen. Het hof oordeelt dat er geen noodzaak is om de onderliggende informatie over de risicotaxatie, in de vorm van de HCR-20-score formulieren, aan het dossier toe te voegen. Voor de vorming van een eindoordeel acht het hof het echter noodzakelijk dat ter zitting een getuige-deskundige van de verblijfplaats wordt gehoord. Dit betreft onder andere de vraag waarom de voorkeur is gegeven aan de HCR-analyse boven de HKT-analyse, de aard en ernst van het zogenaamde 'vorkincident', de betekenis van de SVR-20 risicotaxatie voor seksueel gewelddadig gedrag, en de voortgang van de verlofaanvraag voor begeleid verlof.

Het hof heropent de behandeling van de zaak en schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd. Tevens wordt de oproeping van de terbeschikkinggestelde en een door de verblijfplaats nader op te geven getuige-deskundige bevolen, met tijdige kennisgeving aan de raadsman. De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen. De beslissing is genomen in het openbaar en ondertekend door de voorzitter en de raadsheren, met de griffier aanwezig.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM
TBS 2006\269
Tussenbeslissing d.d. 29 januari 2007
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[Terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
verblijvende in [verblijfplaats].
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank te Roermond van 27 september 2006, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Overwegingen:
Het verzoek om de behandeling aan te houden teneinde aan de [verblijfplaats] te bevelen de onderliggende informatie over de risicotaxatie (de HCR-20-score formulieren) aan het dossier toe te voegen, wordt afgewezen. Het hof ziet geen noodzaak om de onderliggende informatie over de risicotaxatie alsnog aan het dossier te doen toevoegen. Voor de vorming van een eindoordeel acht het hof het evenwel noodzakelijk dat ter zitting van het hof een getuige-deskundige van de [verblijfplaats] wordt gehoord onder meer omtrent:
- de vraag waarom voorkeur is gegeven aan de HCR-analyse boven de
HKT-analyse;
- de aard en ernst van het in de stukken vermelde zogenaamde “vorkincident”;
- de betekenis van de gebruikte SVR-20 (risicotaxatie voor seksueel gewelddadig gedrag);
- de voortgang van de verlofaanvraag voor begeleid verlof.
- Het hof verzoekt de [verblijfplaats] er zorg voor te dragen dat er een getuige-deskundige optreedt die voldoende op de hoogte is omtrent het verloop van de behandeling alsmede het toekomstperspectief van betrokkene.
Tussenbeslissing:
Het hof:
Wijst af het verzoek om de kliniek te bevelen stukken met betrekking tot de
risico-analyse aan het dossier toe te voegen.
Heropent de behandeling van de zaak om vermelde redenen en schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd.
Beveelt voorts de oproeping van de terbeschikkinggestelde en een door de [verblijfplaats] – met inachtneming van het hiervoor overwogene - nader op te geven getuige-deskundige tegen het nog nader te bepalen tijdstip, met tijdige kennisgeving hiervan aan de raadsman.
Aldus gedaan door
mr Vegter als voorzitter,
mrs Stikkelbroeck en van der Herberg als raadsheren,
en drs Poll en dr Schaap als raden,
in tegenwoordigheid van mr Mientjes als griffier,
en op 29 januari 2007 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen