ECLI:NL:GHARN:2007:BB2835
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- mr. Stikkelbroeck
- mrs. Verheugt
- mrs. Van der Herberg
- dr. Schudel
- dr. Van Kordelaar
- Rechtspraak.nl
Beëindiging terbeschikkingstelling na beoordeling van recidivegevaar en deskundigenadviezen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 4 september 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam van 3 mei 2007, die de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling had afgewezen. Het hof heeft geoordeeld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen geen verlenging van de terbeschikkingstelling meer eist. De reclassering heeft geconcludeerd dat de maatregel in de huidige vorm niet uitvoerbaar is, mede door de houding van de terbeschikkinggestelde. Deskundigen Blansjaar en Zwegers hebben aangegeven dat verlenging van de maatregel niet noodzakelijk is, ondanks de aanwezigheid van een persoonlijkheidsstoornis. Zij hebben vastgesteld dat de kans op recidive sterk is afgenomen door de huidige sociale omstandigheden van de betrokkene. Forensisch psychiatrische behandeling zou niet wezenlijk bijdragen aan een verdere verlaging van het recidivegevaar.
Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd op basis van artikel 509t, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, omdat de rechtbank niet binnen twee maanden na het indienen van de verlengingsvordering haar beslissing heeft genomen. Het hof heeft de vordering van de officier van justitie afgewezen en geoordeeld dat het delictgevaar thans is gereduceerd tot een aanvaardbaar niveau, waardoor er onvoldoende grond is voor verlenging van de terbeschikkingstelling. De beslissing is openbaar uitgesproken en de raden waren niet in staat deze mede te ondertekenen.