ECLI:NL:GHARN:2007:BB4545
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Stikkelbroeck
- A. Bartelds
- R. Rutgers van der Loeff
- Rechtspraak.nl
Verlenging terbeschikkingstelling en vereisten voor aantekeningen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 1 oktober 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Zutphen van 15 maart 2007, waarbij de terbeschikkingstelling van de betrokkene met twee jaar werd verlengd. De raadsman had verzocht om aanhouding van de zaak om alle wettelijke aantekeningen omtrent de betrokkene aan het dossier toe te voegen. Het hof oordeelde echter dat de behandeling van het beroep niet spoedig was, aangezien het beroep meer dan vijf maanden na indiening werd behandeld. Het hof vernietigde de beslissing van de rechtbank, maar verlengde de terbeschikkingstelling met twee jaar, omdat de veiligheid van anderen dat eiste. Het hof benadrukte dat artikel 509o, tweede lid, onder sub 2 van het Wetboek van Strafvordering vereist dat bij de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling een afschrift van de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de terbeschikkinggestelde wordt overgelegd. Het hof oordeelde dat, hoewel de meest recente aantekeningen ontbraken, het zich voldoende voorgelicht achtte op basis van de beschikbare rapportages en adviezen van externe deskundigen. De betrokkene werd als blijvend delictgevaarlijk beschouwd, met een seksuele stoornis en een persoonlijkheidsstoornis. Het hof concludeerde dat er behandelmogelijkheden waren onderzocht, maar dat er op dat moment geen perspectief was voor de betrokkene. De beslissing om de terbeschikkingstelling te verlengen werd genomen in het belang van de veiligheid van anderen.