2.5 Met betrekking tot het bewijsthema onder 2.2.b heeft [appellant], naast hetgeen hiervoor onder 2.3 is weergegeven, verklaard:
” De tweede duiker is 20 meter lang en heeft een diameter van 80 cm. De duikers liggen ongeveer 500 meter bij elkaar vandaan. Ook hier was de duiker voor driekwart afgesloten met slootvuil. Dit heb ik geconstateerd toen het water weer was gezakt tot normaal.” Voorts verklaarde hij dat een zekere [F.] als kraanmachinist op 19 september 2001 bij hem, [appellant], de slootkanten heeft gemaaikorfd en legde hij ten bewijze daarvan een pagina uit de agenda van [F.] over. Deze, in fotokopie gehecht aan het proces-verbaal van het getuigenverhoor, vermeldt bij woensdag 19 september 2001: “ 7.30 – 16.15 [appellant] [adres]”
De getuige [A.] heeft op dit punt verklaard:
”Op 20 september 2001 om kwart over 7 ’s ochtends ging ik van mijn huis in Almkerk naar Sleeuwijk…Ik reed op de tractor met daarachter de maaiboot waarmee ik werk. Ik ben via de kortste route naar mijn werk gereden, met dien verstande dat ik, nadat ik geconstateerd had dat de duiker bij de provinciale weg verstopt zat, ben omgereden naar de duiker bij [E.] om te zien of die ook verstopt was. Ten aanzien van de duiker bij de provinciale weg verklaar ik dat ik daar even … ben uitgestapt en heb gezien dat er afval in het water voor de duiker dreef en dat het water zo hoog had gestaan dat er maaisel op de kant in de sloot is terechtgekomen. Ik heb een verschil geconstateerd tussen het waterpeil aan de ene kant van de duiker en de andere kant van al gauw 30 cm. Ten aanzien van de duiker bij [E.] … heb ik gezien dat het waterpeil aan de ene kant van de duiker ongeveer 15 cm lager stond dan aan de andere kant. Ook zag ik dat er vuil bovenop de dam lag. …
Op 18 of 19 september 2001 heb ik een kraan van het waterschap aan het werk gezien die de desbetreffende sloot heeft gemaaid (…)”.
De getuige [B.] heeft verklaard:
” Als het plotseling sterk geregend heeft maak ik wel eens een rondje in de auto onder andere om naar mijn land te kijken. Ik herinner mij dat ik zodoende ook een keer langs [appellant] ben gereden die op het land stond bij zijn woning aan de [adres]. Het was daar heel erg nat en er stonden aardappels op dat land. Ik heb toen een praatje gemaakt met [appellant] … Ik weet niet of dat in 2001 was. (…) Ik ben die dag …doorgelopen langs de hoofdwatergang tot aan de eerste duiker. (…) Toen ik daar was, stond het water ongeveer 20 cm onder de bovenzijde van de duiker. Het water stroomde ook door de duiker. Er waren nogal wat plantenresten te zien. Ik zag daaraan ook dat het water eerst tot boven de duiker had gestaan. Die plantenresten, kennelijk maairesten, lagen zowel op het taluud als ook nog in het water bij de duiker. (…) langs de hoofdwatergang was aan de sporen wel te zien dat er machinaal gemaaid was (…) De hoge waterstand in de hoofdwatergang is naar mijn mening mede te wijten aan verstopping van de eerste duiker.”
De getuige [C.] heeft verklaard:
” Ik woon op een perceel dat gelegen is ter hoogte van de duiker in de Provinciale Weg. (…) In de periode van 19-23 september 2001 was er sprake van hoog water. Ik constateerde dat de schapenwei, die ongeveer 15 meter ten zuidoosten van de duiker is gesitueerd, deels onder water stond. Ik zag dat het water vanuit het kanaal werd gestuwd. De hoogste stand van het water was op 20 september 2001.(…) Ik ben naar de dijk gelopen en heb gezien dat aan de overkant het water lager stond. (…) Er was daar ook nauwelijks stroming uit de duiker.
Ik ben ook bij de duiker zelf gaan kijken (ik ga vrijwel dagelijks kijken) en heb gezien dat er aan de oostkant veel drab lag. Daarmee bedoel ik groensel, maaisel, vuil (organisch vuil), takjes e.d. (…) Het drab lag tegen de dijk aan en voor de ingang van de duiker. Het water lag stil, voor de duiker lag het drab over een oppervlakte van ongeveer 25 m2. Het water stroomde volgens mij niet meer door. Het drab lag stil en vlak. Het zag er verstopt uit. (…)Ik heb wel maaisel zien liggen in het drab. (…) Toen het water op zijn hoogst was stond de duiker helemaal onder water (…)”.
De getuige [D.] heeft verklaard:
” Ik was in 2001 ook werkzaam bij het Waterschap. (…) Ik was verantwoordelijk voor het onderhoud van de waterlopen. Ik ben in de periode van 17 tot 21 september 2001 bij de duiker onder de Provincialeweg geweest. (…) als er maaiwerkzaamheden plaatsvinden wordt de duiker dagelijks gecontroleerd op verstoppingen. (…) Ik heb ook geconstateerd dat het water in de hiervoor genoemde duiker doorliep. De duiker lag geheel onder water. Er zijn geen werkzaamheden aan de duiker verricht. Dat was niet nodig. (…) Mijn collega [G.] is bij de andere duiker geweest (de duiker op het land van [E.]). Ik weet niet precies wanneer, maar het was wel in dezelfde periode. (…) De eerste keer dat [G.] bij de bewuste duiker kwam … heeft hij geen verstopping geconstateerd. Dat vertelde hij mij toen hij … nog een tweede keer bij die duiker is wezen kijken. Ook toen heeft hij geen verstopping aangetroffen. (…) In de periode van 17 tot 21 september 2001 is er gemaaid rondom de duikers in het gebied de Oude Doorn, ook stroomopwaarts van de duiker op het land van [E.]. (…) Op fotonr. 1 zie ik de duiker in het land van [E.]. Voor de duiker bevindt zich kroos. Het water kan daar normaal gewoon onderdoor lopen. Dat is anders wanneer zich ook maaisel op het water bevindt. Dat kan leiden tot verstopping. (…) Op fotonr. 2 zie ik eveneens de duiker bij [E.]. Op fotonr. 3 zie ik de duiker onder de Provincialeweg, bovenstrooms.(…) Ik weet wel dat in die maand wel langs de watergangen is gemaaid, maar ik weet niet wanneer. Ook als het land heel nat is kan er gemaaid worden. (…) Het maaien gebeurt normaal met een kraan …”.
De foto’s 1 tot en met 3 tonen de koppen van duikers met, op foto 1, maaiselresten. Blijkens de sporen van het drijfsel heeft het water recent tot boven de duikers gestaan. De overige foto’s tonen de duikers niet.