ECLI:NL:GHARN:2007:BC0604
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Lensing
- Van Dijk
- Rutgers van der Loeff
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling en beoordeling van delictgevaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 26 november 2007 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de betrokkene, die sinds 3 augustus 1997 onder deze maatregel valt. Het hof baseert zijn beslissing op het verlengingsadvies van het Forensisch Psychiatrisch Instituut De Rooyse Wissel, waarin wordt gesteld dat er een groot maatschappelijk risico op recidive bestaat en dat de vooruitgang in de behandeling marginaal is. Het hof heeft eerder, op 23 januari 2007, al overwogen dat de verlenging van de maatregel noodzakelijk is, maar dat na verloop van één jaar, bij ongewijzigde omstandigheden, verdere verlenging niet meer kan plaatsvinden. Dit heeft geleid tot de beslissing om de terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar te verlengen.
Het hof heeft vastgesteld dat de omstandigheden sinds de vorige beslissing niet zijn gewijzigd. De kliniek heeft geen nieuwe behandelings- of resocialisatiepogingen ondernomen, en de incidenten die zich in de kliniek hebben voorgedaan zijn niet van zodanige aard dat het hof tot een andere beoordeling zou moeten komen. De kliniek heeft ook niet aangegeven dat de betrokkene in aanmerking zou komen voor plaatsing op een longstay-afdeling. Het hof heeft kennisgenomen van een voorlopige machtiging van de rechtbank Maastricht, die op 19 november 2007 is afgegeven voor opname in een psychiatrisch ziekenhuis voor maximaal zes maanden, maar dit heeft geen invloed op de beslissing van het hof.
De beslissing van de rechtbank Utrecht van 3 september 2007, die de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling had afgewezen, wordt vernietigd. Het hof wijst de vordering van de officier van justitie af. De betrokkene, die lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis en middelenafhankelijkheid, heeft geen perspectief op behandeling, wat de beslissing van het hof om verdere verlenging van de maatregel niet meer mogelijk te maken, onderstreept. Het hof benadrukt het belang van een resocialisatietraject en de noodzaak voor de kliniek om de beschikbare tijd te benutten voor een traject dat leidt tot beëindiging van de terbeschikkingstelling.