ECLI:NL:GHARN:2007:BC2978
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- F. Fokker
- A. Knottnerus
- M. Prakke-Nieuwenhuizen
- Rechtspraak.nl
Huurrechtelijke geschil over de beëindiging van de huurovereenkomst en ontruiming
In deze zaak gaat het om een huurrechtelijk geschil tussen de stichting Woningstichting De Goede Woning en [geïntimeerde]. De Goede Woning heeft de huurovereenkomst met [geïntimeerde] opgezegd per 1 augustus 2005, omdat zij de woning dringend nodig had voor eigen gebruik, namelijk renovatie. [geïntimeerde] heeft echter niet ingestemd met de beëindiging van de huurovereenkomst. De kantonrechter heeft in een eerdere uitspraak de vordering van De Goede Woning afgewezen, omdat hij van mening was dat [geïntimeerde] geen belang had bij de vordering, aangezien hij had geoordeeld dat de grond achter de woning geen deel uitmaakte van de huurovereenkomst.
In hoger beroep heeft het hof de zaak opnieuw beoordeeld. Het hof oordeelt dat de kantonrechter ten onrechte de vordering heeft afgewezen. Het hof stelt vast dat beide partijen het erover eens zijn dat De Goede Woning de vordering niet voorwaardelijk heeft ingesteld. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de vordering van De Goede Woning toe. Het hof bepaalt dat de huurovereenkomst met [geïntimeerde] per direct eindigt en veroordeelt [geïntimeerde] om de woning met toebehoren te ontruimen binnen een maand na betekening van het arrest. Tevens wordt [geïntimeerde] veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op een totaal van € 1.938,47, inclusief kosten in eerste aanleg en hoger beroep. Het arrest is uitvoerbaar bij voorraad.