ECLI:NL:GHARN:2007:BC3961
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Mens
- W. Wefers Bettink
- A. Ter Veer
- Rechtspraak.nl
De juridische kwalificatie van een alimentatiecontract in het familierecht
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem diende, ging het om de vraag of een overeenkomst, aangeduid als 'Alimentatie-contract', kwalificeert als een alimentatieovereenkomst. De zaak is ontstaan uit een hoger beroep van de vrouw tegen eerdere vonnissen van de rechtbank Arnhem, waarin de man als eiser en de vrouw als gedaagde optraden. De vrouw had in 2003 hoger beroep ingesteld tegen vonnissen van 7 maart 2002 en 14 mei 2003, waarin de rechtbank had geoordeeld dat de man geslaagd was in het bewijs dat de overeenkomst uit 1995 een alimentatieovereenkomst was. Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals die door de rechtbank waren vastgesteld, en voegde hieraan toe dat de overeenkomst, die door een notaris was opgesteld, duidelijk de intentie had om de vrouw een bijdrage in haar levensonderhoud te bieden.
Het hof oordeelde dat de overeenkomst geen andere strekking had dan het verstrekken van een bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de vrouw. De verklaringen van de notaris en een getuige ondersteunden de stelling van de man dat er sprake was van een alimentatieovereenkomst. Het hof concludeerde dat de grieven van de vrouw, die onder andere betwistte dat de overeenkomst als alimentatieovereenkomst kon worden gekwalificeerd, niet opgingen. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de man ontvankelijk was in zijn vordering en dat de overeenkomst een alimentatieovereenkomst was. Het hof bekrachtigde de eerdere vonnissen, met uitzondering van de uitvoerbaar bij voorraad verklaring van het vonnis van 14 mei 2003, en compenseerde de proceskosten in hoger beroep.