ECLI:NL:GHARN:2008:BC3965
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Lensing
- A. Makkinga
- R. Rutgers van der Loeff
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar en resocialisatie van de veroordeelde
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 1 februari 2008 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de betrokkene. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk opgelegd ter zake van poging tot zware mishandeling gepleegd met voorbedachten rade, waarbij het slachtoffer het kind van de betrokkene was. De rechtbank te 's-Hertogenbosch had op 21 juni 2007 besloten de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, maar het hof heeft deze beslissing vernietigd. Het hof oordeelt dat de verlenging van de terbeschikkingstelling noodzakelijk is, maar dat de resocialisatie van de betrokkene ook met spoed ter hand moet worden genomen. Het hof heeft vastgesteld dat er tot op heden geen overeenstemming was over de resocialisatie, maar dat de betrokkene nu bereid is om apart van zijn gezin te gaan wonen, wat een positieve ontwikkeling is. Het hof benadrukt het belang van een geleidelijke uitbreiding van de contacten van de veroordeelde met zijn gezin, mits dit verantwoord is. De beslissing van het hof houdt in dat de terbeschikkingstelling met één jaar wordt verlengd, waarbij het hof ook aandacht heeft voor de betrokkenheid van de broers van de betrokkene en een imam in het resocialisatieproces. Het hof heeft de belangen van de terbeschikkinggestelde afgewogen tegen de belangen van de maatschappij en concludeert dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de raadsheren.