ECLI:NL:GHARN:2008:BC6177
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Kuiper
- R. Rowel-Van der Linde
- Rechtspraak.nl
Civiele aansprakelijkheid na bijtincident tussen tweelingzussen
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem diende, gaat het om een hoger beroep naar aanleiding van een bijtincident dat plaatsvond op 15 februari 2004 tussen twee tweelingzussen, [appellant] en [geïntimeerde]. De zaak betreft de vraag of er voldoende causaal verband bestaat tussen het bijtincident en de medische behandelingen die [geïntimeerde] heeft ondergaan. Het hof oordeelt dat de onderbouwing van het causaal verband onvoldoende is, vooral gezien het feit dat de relatie tussen de zussen al voor het incident verstoord was. De psycholoog die door [geïntimeerde] is ingeschakeld, kon niet eenduidig vaststellen of de problematiek door het bijtincident is veroorzaakt.
Het hof heeft de feiten van de zaak vastgesteld, waaronder de vechtpartij en de verwondingen die [geïntimeerde] heeft opgelopen door de hond van [appellant]. Het hof heeft vastgesteld dat er geen getuigen waren van het incident, waardoor de ware toedracht niet kon worden vastgesteld. De grieven van [appellant] in het principaal appel zijn onder andere gericht tegen de aansprakelijkheid en de schadevergoeding die aan [geïntimeerde] is toegewezen. Het hof heeft de schadevergoeding voor materiële schade vastgesteld op € 283,60, te vermeerderen met wettelijke rente.
De beslissing van de kantonrechter is gedeeltelijk vernietigd en aangepast, maar het hof heeft de vorderingen van [geïntimeerde] in reconventie afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, gezien de bijzondere relatie tussen de partijen. Het hof heeft het arrest uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de uitspraak onmiddellijk moet worden nageleefd, ongeacht eventuele verdere rechtsmiddelen.