ECLI:NL:GHARN:2008:BC9761
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- mr. Bartelds
- mrs. Van der Herberg
- mrs. Denie
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen na verdenking van medeplichtigheid aan moord
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 17 maart 2008 uitspraak gedaan over de verlenging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ) van de betrokkene. De betrokkene had zich gedurende het proefverlof gehouden aan de voorschriften van de reclassering. Echter, op 13 november 2007 werd hij in verzekering gesteld wegens verdenking van medeplichtigheid aan moord. Het gerechtshof te 's-Gravenhage heeft op 21 december 2007 de voorlopige hechtenis opgeheven, omdat er onvoldoende ernstige bezwaren waren. De nieuwe strafzaak was nog in onderzoek, en er was geen zicht op resocialisatie voor de betrokkene, wat leidde tot de vraag of de maatregel verlengd moest worden.
Het hof overwoog dat er geen bewijs was voor een rechtens relevant verwijt aan de betrokkene in de nieuwe strafzaak. De veiligheid van anderen en de ontwikkeling van de betrokkene vereisten geen verlenging van de maatregel. De rechtbank te Rotterdam had eerder de maatregel met twaalf maanden verlengd, maar het hof vernietigde deze beslissing omdat de rechtbank niet tijdig had beslist op de verlengingsvordering van de officier van justitie. Het hof wees ook het verzoek om aanhouding af, en concludeerde dat de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen beëindigd moest worden.
De beslissing werd genomen door mr. Bartelds als voorzitter, mrs. Van der Herberg en Denie als raadsheren, en drs. Raes en drs. Van Weers als raden, met Van Lieshout-Witjes als griffier. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 17 maart 2008.