ECLI:NL:GHARN:2008:BD0965
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Ter Veer
- A. Mens
- J. van der Dungen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake pensioenverrekening tussen ex-echtgenoten met betrekking tot contante waarde van pensioenrechten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep inzake pensioenverrekening tussen een vrouw en haar ex-echtgenoot. De vrouw heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld tot uitkering van de contante waarde van het pensioen dat tijdens hun huwelijk door de man is opgebouwd. De rechtbank heeft deze vordering afgewezen, met de overweging dat de pensioenrechten voorwaardelijk zijn en pas opeisbaar worden bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd of bij overlijden van de man, mits de vrouw dan nog in leven is. De vrouw heeft hiertegen grieven ingediend en het hof verzocht het vonnis te vernietigen.
De vrouw heeft in haar memorie van grieven twee grieven aangevoerd. De eerste grief betreft de afwijzing van de vordering tot uitkering van de helft van de pensioenrechten. De tweede grief betreft de afwijzing van de vordering tot waardevermeerdering van het pensioen en de wettelijke rente. Het hof heeft de grieven beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank terecht heeft overwogen dat de vordering tot eenmalige uitkering van de contante waarde niet in overeenstemming is met de redelijkheid en billijkheid, gezien de lange tijd die sinds de scheiding is verstreken en de onzekerheid over het leven van beide partijen.
Het hof heeft echter wel geoordeeld dat de vrouw recht heeft op een jaarlijkse uitkering van € 394,30, exclusief vakantietoeslag, vanaf het moment dat de man 65 jaar oud is, onder de voorwaarde dat de vrouw dan nog in leven is. Het hof heeft het bestreden vonnis vernietigd en de vordering van de vrouw gedeeltelijk toegewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zoals gebruikelijk in procedures tussen voormalige echtelieden.