ECLI:NL:GHARN:2008:BD1248
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- J. Groen
- A. van Rossum
- M. van der Weij
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot wettelijke schuldsaneringsregeling wegens te kwade trouw van de appellant
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 6 maart 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van [appellant] tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank Almelo van 28 december 2007 bekrachtigd, waarin het verzoek van [appellant] was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat [appellant] ten aanzien van het merendeel van zijn schulden niet te goeder trouw was.
[appellant], een 35-jarige alleenstaande man, had een totale schuldenlast van ruim € 448.000,-, waarvan het grootste deel bestond uit schulden aan natuurlijke personen. Hij was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 27 maanden voor meermalen gepleegde oplichting en had civiele vorderingen toegewezen gekregen voor een bedrag van € 174.680,35. Ondanks zijn huidige parttime werk en een netto maandinkomen van ongeveer € 1.600,-, oordeelde het hof dat hij niet te goeder trouw was ten aanzien van het ontstaan van zijn schulden.
Het hof overwoog dat [appellant] opzettelijk particulieren had benadeeld door gelden die hij zou beleggen voor eigen doeleinden te gebruiken. Tijdens de mondelinge behandeling erkende hij deze handelwijze. Het hof concludeerde dat, gezien de herhaalde en opzettelijke benadeling van de schuldeisers, er aanleiding was om een langere termijn toe te passen dan de gebruikelijke vijf jaar, zoals genoemd in artikel 288 lid 2 aanhef en onder c van de Faillissementswet.
Uiteindelijk oordeelde het hof dat er onvoldoende bijzondere omstandigheden waren die het verzoek om schuldsanering zouden rechtvaardigen, en dat het hoger beroep van [appellant] faalde. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank, waarmee het verzoek tot schuldsanering werd afgewezen.