ECLI:NL:GHARN:2008:BD1410
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- mr. Lensing
- mrs. van der Herberg
- mr. Rutgers van der Loeff
- Rechtspraak.nl
Hervatting van de verpleging van overheidswege na niet-naleving van voorwaarden door terbeschikkinggestelde
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 6 mei 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank te Haarlem van 23 maart 2007, waarin werd bepaald dat een last tot hervatting van de verpleging van overheidswege werd gegeven. Het hof oordeelt dat de terbeschikkinggestelde, na zijn invrijheidsstelling, de voorwaarde niet heeft nageleefd om zich niet schuldig te maken aan strafbare feiten, in dit geval mishandeling van een slachtoffer eind januari 2007. Het hof stelt vast dat de terbeschikkinggestelde onvoldoende begeleiding, steun en nazorg heeft ontvangen, wat heeft bijgedragen aan het falen van zijn resocialisatie. Er was geen contact met de reclassering, en de langdurige detentie heeft geleid tot ernstige gehospitaliseerdheid, waardoor het mislukken van de voorwaardelijke beëindiging voorzienbaar was.
Het hof wijst op de frustraties die de terbeschikkinggestelde moet hebben ervaren door de verschillen in standpunten tussen het Forensisch Psychiatrisch Centrum Oldenkotte en het ministerie van Justitie. Het hof benadrukt het belang van adequate nazorg en begeleiding bij een nieuwe poging tot resocialisatie en het bieden van verloven voorafgaand aan een nieuwe voorwaardelijke beëindiging. Het verzoek van de raadsman om een aanvullende gedragsdeskundige rapportage te laten opstellen wordt afgewezen, omdat het hof zich voldoende voorgelicht acht.
Uiteindelijk vernietigt het hof de beslissing van de rechtbank en beveelt de hervatting van de verpleging van overheidswege, omdat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen dit eist. De beslissing is openbaar uitgesproken op 6 mei 2008.