ECLI:NL:GHARN:2008:BD5803

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
24 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
107.002.362/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Mollema
  • A. Breemhaar
  • C. Rowel-Van der Linde
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens gebrek aan grieven

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 24 juni 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellant, vertegenwoordigd door procureur mr. J.M. Bosnak, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad, uitgesproken op 3 oktober 2007. De geïntimeerde, General Motors Acceptance Corporation Nederland N.V. h.o.d.n. Opel Credit, werd vertegenwoordigd door procureur mr. K. van der Meulen. Tijdens de procedure in hoger beroep heeft de appellant geen memorie van grieven ingediend, ondanks dat de mogelijkheid daartoe nog openstond. Het hof concludeert hieruit dat de appellant niet voornemens is om nog grieven te dienen en geen inhoudelijke behandeling van het geschil meer nastreeft.

Het hof oordeelt dat het vonnis waarvan beroep niet in strijd is met de openbare orde. Hierdoor leidt het ontbreken van een memorie van grieven tot de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep. Het hof heeft ook overwogen dat er geen termen zijn om een van de partijen in de kosten te veroordelen, waardoor iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak van het hof bevestigt de beslissing van de rechtbank en verklaart de appellant niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep, met de lasten van de kosten voor beide partijen.

Deze uitspraak benadrukt het belang van het indienen van grieven in hoger beroep en de gevolgen van het niet tijdig indienen daarvan. Het hof heeft de zaak behandeld in de eerste kamer voor burgerlijke zaken, waarbij de rolraadsheer de uitspraak heeft gedaan in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Arrest d.d. 24 juni 2008
Zaaknummer 107.002.362/01
HET GERECHTSHOF TE ARNHEM
Nevenzittingsplaats Leeuwarden
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
[appellant],
wonende te [woonplaats],
appellant,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: [appellant],
procureur: mr. J.M. Bosnak,
tegen
General Motors Acceptance Corporation Nederland N.V. h.o.d.n. Opel Credit,
gevestigd te Rotterdam,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna te noemen: Opel Credit,
procureur: mr. K. van der Meulen.
Het geding in eerste instantie
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het vonnis uitgesproken op 3 oktober 2007 door de rechtbank Zwolle-Lelystad, sector kanton, locatie Lelystad, hierna aan te duiden als: de kantonrechter.
Het geding in hoger beroep
Bij exploot van 5 november 2007 is door [appellant] hoger beroep ingesteld van genoemd vonnis met dagvaarding van Opel Credit tegen de zitting van 22 januari 2008.
De conclusie van de dagvaarding in hoger beroep luidt:
"te vernietigen het vonnis op 3 oktober 2007 onder nummer 354670 CV 07-4761 door de Rechtbank te Zwolle-Lelystad tussen partijen gewezen, en, opnieuw rechtdoende, geïntimeerde alsnog in haar vorderingen niet-ontvankelijk te verklaren, althans haar deze te ontzeggen met veroordeling van geïntimeerde in de kosten van beide instanties".
Ter rolle van 18-03-2008 stond de zaak op de rol voor memorie van grieven (partij-peremptoir).
Op bedoelde rol heeft [appellant] niet gediend, doch om royement van de procedure verzocht. Akte niet dienen is niet gevraagd en derhalve niet verleend.
De zaak is vervolgens enkele malen aangehouden teneinde Opel Credit in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over het gevraagde royement. Ter rolle van 13-05-2008 heeft Opel Credit aangegeven niet akkoord te willen gaan met royement en heeft arrest gevraagd. De zaak is vervolgens voor fourneren stukken verwezen naar de rol van 27-05-2008.
Beide partijen hebben de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest.
De beoordeling
Nu nog geen akte niet dienen ter zake van de memorie van grieven is verleend, had [appellant] desgewenst die memorie nog kunnen nemen. Uit het feit dat hij dat niet heeft gedaan en wel stukken heeft gefourneerd, leidt het hof af dat [appellant] niet voornemens is nog van grieven te dienen en geen inhoudelijke behandeling van het geschil meer nastreeft.
Nu het vonnis waarvan beroep naar het oordeel van het hof niet in strijd is met de openbare orde, leidt het vorenstaande tot niet ontvankelijkheid van het appel.
Het hof acht onder de gegeven omstandigheden geen termen aanwezig om een der partijen in de kosten te veroordelen, zodat ieder der partijen belast blijft met de eigen kosten.
Beslissing
Het gerechtshof:
verklaart [appellant] niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep;
belast ieder der partijen met de eigen kosten.
Aldus gewezen door mrs. Mollema, voorzitter, Breemhaar en Rowel-Van der Linde, raden, en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 24 juni 2008 in bijzijn van de griffier.