ECLI:NL:GHARN:2008:BD6259

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
1 juli 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
107.002.026/01 (voorheen rolnummer 0700545)
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J. Janse
  • A. Zandbergen
  • M. Telman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Contractuele verplichtingen van de opdrachtgeefster tot betaling van medische kosten

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 1 juli 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen [appellante] en Stichting IJsselmeerziekenhuizen. [Appellante] had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad, waarin zij was veroordeeld tot betaling van medische kosten die door IJsselmeerziekenhuizen waren gedeclareerd. De kern van het geschil draaide om de vraag of [appellante] de juiste verzekeringsgegevens had opgegeven ten tijde van haar behandelingen in de ziekenhuizen. Het hof oordeelde dat, ongeacht of [appellante] de juiste gegevens had verstrekt, zij als opdrachtgeefster contractueel verplicht was om de kosten van de verleende medische hulp te voldoen. Het hof benadrukte dat [appellante] bij ontvangst van de facturen, waarop stond vermeld dat zij 'verzekerd bij: onbekend' was, actie had moeten ondernemen. Dit had kunnen inhouden dat zij contact opnam met de ziekenhuizen om de juiste verzekeringsgegevens door te geven of zelf de facturen naar de juiste verzekeraar had moeten sturen. Het hof concludeerde dat [appellante] in deze verplichting had gefaald, waardoor er geen aanleiding was om af te wijken van het uitgangspunt dat zij verantwoordelijk was voor de betaling van de facturen. De grieven van [appellante] werden verworpen en het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank, waarbij [appellante] werd veroordeeld in de kosten van de procedure.

Uitspraak

Arrest d.d. 1 juli 2008
Zaaknummer 107.002.026/01 (voorheen rolnummer 0700545)
HET GERECHTSHOF TE ARNHEM
Nevenzittingsplaats Leeuwarden
Arrest van de vierde kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
[appellante ],
wonende te [woonplaats],
appellante,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: [appellante ],
toevoeging,
procureur: mr. A.T. Bolt,
tegen
Stichting IJsselmeerziekenhuizen Emmeloord en Lelystad,
gevestigd te Emmeloord,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna te noemen: IJsselmeerziekenhuizen,
procureur: mr. P.M. Wilmink.
Het geding in eerste instantie
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het vonnis uitgesproken op 11 juli 2007 door de rechtbank Zwolle-Lelystad, sector kanton, locatie Lelystad (hierna: de kantonrechter).
Het geding in hoger beroep
Bij exploot van 21 augustus 2007 is door [appellante ] hoger beroep ingesteld van genoemd vonnis met dagvaarding van Stichting tegen de zitting van 4 september 2007.
De conclusie van de memorie van grieven luidt:
"het vonnis van de Rechtbank Zwolle-Lelystad, sector kanton, locatie Lelystad van 11 juli 2007, waarvan beroep, te vernietigen en opnieuw rechtdoende alsnog, bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, de vorderingen van IJsselmeer ziekenhuizen Emmeloord en Lelystad af te wijzen, met veroordeling van IJsselmeer ziekenhuizen Emmeloord en Lelystad in de kosten van de procedure van beiden instanties."
Bij memorie van antwoord is door IJsselmeerziekenhuizen verweer gevoerd met als conclusie:
"tot bekrachtiging van de bestreden uitspraak en tot veroordeling van appellante in de kosten!"
Tenslotte hebben partijen de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest.
De grieven
[appellante ] heeft twee grieven opgeworpen.
De beoordeling
De vaststaande feiten
1. Als gesteld en erkend, dan wel als niet of onvoldoende weersproken, alsmede op grond van de niet betwiste inhoud van de overgelegde producties, staan, voor zover van belang, de navolgende feiten tussen partijen vast.
1.1 IJsselmeerziekenhuizen heeft op 3 januari, 11 januari en 16 oktober 2006 facturen aan [appellante ] verzonden voor in de periode oktober tot en met december 2005 in opdracht en voor rekening van [appellante ] verleende geneeskundige hulp als nader in die facturen omschreven. Deze facturen bedragen in totaal € 2.692,76 en zijn door [appellante ] behouden doch niet door haar voldaan. Op genoemde facturen staat onder meer vermeld: “Verzekerd bij: onbekend”.
Het geschil
2. IJsselmeerziekenhuizen heeft [appellante ] gedagvaard tot betaling van het hiervoor genoemde bedrag van € 2.692,76, vermeederd met rente en kosten. De kantonrechter heeft de vordering, met uitzondering van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, toegewezen en [appellante ] in de kosten van de procedure veroordeeld.
Bespreking van de gieven
3. Grief 1 houdt in dat de kantonrechter de vordering ten onrechte als onweersproken en niet onrechtmatig of ongegrond heeft toegewezen.
In de toelichting op de grief wordt aangevoerd dat [appellante ] ten tijde van de behandelingen in IJsselmeerziekenhuizen, vestiging Lelystad, als bijstandgerechtigde in de gemeente Lelystad verplicht verzekerd was ingevolge de Ziekenfondswet bij Groene Land Achmea en voorheen - toen zij nog in Amsterdam woonde en daar een bijstanduitkering ontving - bij Anoz.
[appellante ] stelt dat zij bij de inschrijving bij IJsselmeerziekenhuizen melding heeft gemaakt van “haar bestaande ziekenfondsverzekering”. [appellante ] meent op grond hiervan dat IJsselmeerziekenhuizen de kosten van medische hulp had dienen te declareren bij de ziektekostenverzekeraar van [appellante ].
Grief 2 houdt in dat de kantonrechter de vorderingen ten onrechte heeft toegewezen en [appellante ] heeft veroordeeld in de proceskosten.
4. IJsselmeerziekenhuizen heeft in antwoord op de grieven weersproken dat [appellante ] de juiste verzekeraar aan haar heeft doorgegeven. Zij stelt dat [appellante ] een zorgpas van Anoz (thans Agis) heeft overhandigd, zoals door [appellante ] is overgelegd als productie 3 en dat later bleek dat dit een oude pas was, die niet meer geldig was. Vervolgens heeft men op de administratie van de ziekenhuizen proberen te achterhalen waar [appellante ] wel verzekerd was. Dat is niet gelukt, waarop de facturen aan [appellante ] zijn toegezonden. [appellante ] heeft naar aanleiding van de facturen niet gereageerd. Er is sprake van een overeenkomst tussen IJsselmeerziekenhuizen en [appellante ]. IJsselmeerziekenhuizen staat buiten mogelijke problemen tussen [appellante ] en haar zorgverzekeraar, aldus nog steeds IJsselmeerziekenhuizen.
5. Het hof oordeelt als volgt. Nu dit door IJsselmeerziekenhuizen is weersproken, staat niet vast dat [appellante ] ten tijde van haar behandelingen in IJsselmeerziekenhuizen de juiste verzekeringsgegevens heeft opgegeven. Echter, ook indien zij dat wel zou hebben gedaan, blijft het uitgangspunt dat zij als opdrachtgeefster voor de medische hulp in beginsel contractueel is gehouden de daaraan verbonden kosten te (laten) voldoen. Dit bracht mee dat [appellante ], toen zij de facturen ontving - met daarop de aanduiding “Verzekerd bij: onbekend”- hetzij contact had moeten opnemen met IJsselmeerziekenhuizen teneinde de juiste verzekeringsgegevens (opnieuw) door te geven en met het verzoek de facturen aan de verzekeraar toe te zenden, hetzij zelf de facturen naar de juiste verzekeraar had moeten toezenden met het verzoek tot betaling aan IJsselmeerziekenhuizen danwel vergoeding aan haar ([appellante ]) over te gaan. Het had in de onderhavige procedure op de weg van [appellante ] gelegen hierover inlichtingen te verschaffen. Nu zij dat heeft nagelaten, biedt het gestelde in de grief het hof geen enkel aanknopingspunt om in deze zaak af te wijken van het uitgangspunt dat [appellante ] als opdrachtgeefster zelf contractueel verplicht is tot betaling van de facturen van IJsselmeerziekenhuizen.
6. De grieven falen. Het vonnis waarvan beroep zal worden bekrachtigd met veroordeling van [appellante ] als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure (salaris procureur: 1 punt in tarief I).
De beslissing
Het gerechtshof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt [appellante ] in de kosten van het geding in hoger beroep en begroot die aan de zijde van IJsselmeerziekenhuizen tot aan deze uitspraak op € 251,00 aan verschotten en € 632,00 aan salaris voor de procureur.
Aldus gewezen door mrs. Janse, voorzitter, Zandbergen en Telman, raden,
en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 1 juli 2008 in bijzijn van de griffier.