ECLI:NL:GHARN:2008:BF3158
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Kuiper
- J. Breemhaar
- Rechtspraak.nl
Huurrechtelijke geschil over de huurovereenkomst tussen een verhuurder en een rechtspersoon in oprichting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 23 september 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen [appellant] en [geïntimeerde] betreffende een huurovereenkomst. De appellant, eigenaar van een bedrijfspand waarin een eetcafé genaamd 'Moeders Pot' wordt geëxploiteerd, had in eerste aanleg ontbinding van de huurovereenkomst gevorderd. Hij stelde dat de huurovereenkomst niet geldig was omdat deze was gesloten met Café Moeders Pot BV in oprichting, en niet met [geïntimeerde] in privé. De kantonrechter had echter geoordeeld dat de huurovereenkomst wel degelijk met de rechtspersoon was gesloten en dat de vorderingen van [appellant] moesten worden afgewezen.
In hoger beroep heeft het hof de grieven van [appellant] beoordeeld. Het hof oordeelde dat de huurovereenkomst met de rechtspersoon geldig was, en dat [appellant] niet kon volhouden dat er een persoonlijke betrokkenheid van [geïntimeerde] bij de exploitatie van het café vereist was. De huurovereenkomst bevatte geen bepalingen die dit vereisten, en [appellant] had ingestemd met de overeenkomst die door [geïntimeerde] namens de rechtspersoon was gesloten. Het hof concludeerde dat de huurovereenkomst door de rechtspersoon was bekrachtigd, en dat de appellant niet kon aantonen dat er sprake was van wanprestatie.
Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van de rechtsvorm van de huurder en de implicaties daarvan voor de huurovereenkomst, vooral in situaties waarin een rechtspersoon in oprichting betrokken is.