ECLI:NL:GHARN:2008:BG0151

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
8 oktober 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07-00581
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • R. den Ouden
  • M. van de Merwe
  • W.J.N.M. Snoijink
  • J. Nieuwenhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlies in deelneming niet aftrekbaar voor vennootschapsbelasting na verwijzing door Hoge Raad

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 8 oktober 2008, betreft het een geschil over de aftrekbaarheid van verlies in deelneming voor de vennootschapsbelasting van het jaar 1998. De belanghebbende, X B.V., had bezwaar gemaakt tegen de aanslag vennootschapsbelasting en de verliesvaststellingsbeschikking, die door de Inspecteur van de Belastingdienst waren opgelegd. Deze zaak volgde op een verwijzingsprocedure van de Hoge Raad, die op 7 december 2007 uitspraak deed in een eerdere zaak (nr. 43284). Tijdens de zitting op 24 september 2008 werd het voorlopige oordeel van het Hof kenbaar gemaakt, waarin werd gesteld dat er in het onderhavige jaar geen verlies kon worden genomen door de belanghebbende ter zake van haar deelneming in B.

De rechters, onder leiding van voorzitter mr. R. den Ouden, en de andere leden mr. M. van de Merwe en mr. J. Nieuwenhuizen, hebben de argumenten van beide partijen gehoord. De gemachtigde van de belanghebbende en de Inspecteur waren aanwezig. Het Hof concludeerde dat het beroep ongegrond was, en dat er geen termen aanwezig waren voor een kostenveroordeling op basis van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De beslissing werd op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken, met mr. W.J.N.M. Snoijink als griffier.

De belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum van het proces-verbaal beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. Het Hof heeft de belanghebbende geïnformeerd over de vereisten voor het indienen van een cassatieberoep, waaronder het indienen van een afschrift van het proces-verbaal en het betalen van griffierecht. De uitspraak van het Hof is definitief en de belanghebbende kan geen verlies in deelneming meer aftrekken voor het belastingjaar 1998.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem
eerste meervoudige belastingkamer
nr. 07/00581
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
belanghebbende : X B.V.
te : Z
verweerder : de Inspecteur van de Belastingdienst/P
aangevallen beslissingen : uitspraken op bezwaarschrift tegen aanslag en verliesvast-stellingsbeschikking
soort belasting : vennootschapsbelasting
jaar : 1998
onderzoek ter zitting : na cassatie en verwijzing bij arrest van de Hoge Raad van 7 december 2007, nr. 43 284, van de uitspraak van het ge-rechtshof te ’s-Hertogenbosch van 6 april 2006, nr. 03/02761, op 24 september 2008 te Arnhem door mr. Den Ouden, voorzitter, mr. Van de Merwe en mr. Nieuwen¬huizen in tegenwoordigheid van mr. Snoijink als griffier
waarbij verschenen : de gemachtigde van belanghebbende alsmede de Inspec-teur
gronden:
1. Partijen hebben zich verenigd met het ter zitting kenbaar gemaakte voorlopige oordeel van dit Hof, dat in het onderhavige jaar 1998 door belanghebbende ter zake van haar deel-neming in B geen verlies kan worden genomen.
2. Voor het overige verwijst het Hof naar het vergelijk zoals verwoord in de mondelinge uitspraak van heden in de gelijktijdig behandelde verwijzingszaak van A te R, bij het Hof bekend onder kenmerk 07/00580.
slotsom:
Het beroep is ongegrond.
kosten:
Voor een kostenveroordeling als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht vindt het Hof geen termen aanwezig.
beslissing:
Het Gerechtshof verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gedaan te Arnhem op 8 oktober 2008 door mr. Den Ouden, voorzitter, mr. Van de Merwe en mr. Nieuwenhuizen. De beslissing is op dezelfde datum in het openbaar uitge-sproken in tegenwoordigheid van mr. Snoijink als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, De voorzitter,
(W.J.N.M. Snoijink) (R. den Ouden)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 10 oktober 2008
Binnen zes weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal kan ieder van de partijen tegen deze mondelinge uitspraak beroep in cassatie instellen bij
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer),
postbus 20 303, 2500 EH Den Haag
(bezoekadres: Kazernestraat 52).
Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:
1. Bij het beroepschrift wordt een afschrift van dit proces-verbaal overgelegd.
2. Het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.
Tenzij de Hoge Raad anders bepaalt, zal het gerechtshof deze mondelinge uitspraak vervangen door een schriftelijke. In dat geval krijgt de indiener de gelegenheid alsnog gronden voor het beroep in cassatie aan te voeren.
In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad worden verzocht om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.