ECLI:NL:GHARN:2008:BG1460
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep kort geding
- J. Janse
- Z. Zandbergen
- T. Telman
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van een geldsom in kort geding met betrekking tot de oplevering van een zeilschip
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 7 oktober 2008, gaat het om een vordering tot betaling van een geldsom in kort geding, ingesteld door [geïntimeerde] tegen de scheepswerf Geertman BV. De zaak is ontstaan na een aanvaring van het zeilschip van [geïntimeerde] op 15 april 2006, waarbij schade aan het schip is ontstaan. De scheepswerf had de opdracht gekregen om de schade te herstellen, met een afgesproken opleverdatum van 16 juni 2006. Echter, de oplevering vond pas plaats op 21 december 2006, wat resulteerde in een aanzienlijke vertraging van 184 dagen. [geïntimeerde] vorderde in eerste instantie een boete van € 92.000,00 wegens de te late oplevering, en vroeg in kort geding om een voorschot van € 35.000,00 op deze boete.
Het hof overweegt dat voor het treffen van een onmiddellijke voorziening in kort geding, terughoudendheid is geboden en dat er voldoende feiten en omstandigheden moeten worden aangevoerd die een spoedeisend belang onderbouwen. Het hof concludeert dat [geïntimeerde] niet voldoende heeft aangetoond dat hij ten tijde van het instellen van de vordering over een spoedeisend belang beschikte. De enkele omstandigheid dat hij in 2006 geen inkomsten heeft gegenereerd, is niet voldoende om aan te tonen dat hij niet kan wachten op de beslissing in de bodemprocedure. Het hof vernietigt daarom het vonnis van de rechtbank en verklaart [geïntimeerde] niet-ontvankelijk in zijn vordering. Tevens wordt [geïntimeerde] veroordeeld in de proceskosten van beide instanties.