ECLI:NL:GHARN:2008:BG1945

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
8 oktober 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
ISD 2008/232
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Bartelds
  • A. Stikkelbroeck
  • R. Rutgers van der Loeff
  • D. Raes
  • J. Verheugt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Behandeling van een vordering op basis van artikel 38r Wetboek van Strafrecht en de consequenties van openbare behandeling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 8 oktober 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank te 's-Gravenhage van 1 juli 2008. De rechtbank had bepaald dat de niet tenuitvoergelegde maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders alsnog zou worden tenuitvoergelegd. Het hof diende te beoordelen of de openbare behandeling van de vordering, die had plaatsgevonden ter terechtzitting in plaats van in openbare raadkamer, gevolgen had voor de rechtsgang. De rechtbank had in de wetsgeschiedenis van artikel 509dd van het Wetboek van Strafvordering geen duidelijke uitleg kunnen vinden over de afwijkende regeling ten opzichte van artikel 14g en 14h van het Wetboek van Strafrecht. Het hof concludeert dat er geen belangen van de betrokkene zijn geschaad door de wijze van behandeling, aangezien de zittingsvoorschriften voor een behandeling in raadkamer beperkter zijn dan die voor een onderzoek ter terechtzitting. Hierdoor is de nietigverklaring van de behandeling bij de rechtbank te Almelo niet aan de orde.

Het hof heeft besloten de behandeling van de zaak te heropenen en aan te houden voor een periode van maximaal drie maanden, zodat de betrokkene de kans krijgt zich vrijwillig te laten opnemen in een opnameplaats voor zijn verslavingsprobleem. De advocaat-generaal wordt verzocht een rapportage op te stellen over het behandelverloop. De zaak zal opnieuw worden behandeld op 6 januari 2009, tenzij de betrokkene zich niet vrijwillig laat opnemen of de behandeling voortijdig stopt. De beslissing is genomen door de voorzitter en de raadsheren, met inachtneming van de procedurele vereisten en de belangen van de betrokkene.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM
ISD 2008\232
Tussenbeslissing d.d. 8 oktober 2008
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[Terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
verblijvende in [verblijfplaats].
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank te 's-Gravenhage van 1 juli 2008, houdende dat de niet tenuitvoergelegde maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders alsnog zal worden tenuitvoergelegd.
Overwegingen:
• De officier van justitie heeft een op 38r Wetboek van Strafrecht gebaseerde vordering gedaan en heeft deze aan de betrokkene, verdachte in de hoofdzaak, doen betekenen onder oproeping om op 10 januari 2008 te 15.00 uur te verschijnen ter terechtzitting van de meervoudige strafkamer. Aldaar is ter openbare terechtzitting de vordering behandeld en is daartegen het hiervoor weergegeven verweer gevoerd.
Ingevolge artikel 509dd Wetboek van Strafvordering dient behandeling van een op artikel 38r Wetboek van Strafrecht gebaseerde vordering door de raadkamer, in het openbaar plaats te vinden. De rechtbank heeft, zoals in de beslissing staat, in de wetsgeschiedenis van artikel 509dd Wetboek van Strafvordering geen toelichting kunnen vinden op de ratio van deze, van de in artikel 14g, derde volzin juncto artikel 14 h, tweede lid, tweede volzin Wetboek van Strafrecht, afwijkende regeling. Een verband met de bijzondere regeling van het hoger beroep ligt echter voor de hand.
Het hof ziet zich, evenals de rechtbank, gesteld voor de vraag of, en zo ja welke, consequenties verbonden dienen te worden aan het feit dat de openbare behandeling van de vordering heeft plaatsgevonden ter terechtzitting in plaats van in openbare raadkamer. Door of namens de betrokkene is niet aangevoerd dat en in welke belangen hij daardoor is geschaad. Daarvan is evenmin gebleken. Het hof neemt, evenals de rechtbank, daarbij in aanmerking dat de zittingsvoorschriften voor een behandeling in raadkamer beperkter zijn dan die voor een onderzoek ter terechtzitting zodat de veroordeelde ook op dat punt niet in zijn belangen geschaad is. Bij deze stand van zaken dient de door de raadsman van betrokkene bepleite nietigverklaring van de behandeling bij de rechtbank te Almelo in deze zaak achterwege te blijven. De rechtbank heeft een afzonderlijke uitspraak geminuteerd, terwijl betrokkene eveneens de mogelijkheid van hoger beroep had (en heeft benut) bij de penitentiaire kamer van dit hof, waarmee naar het oordeel van het hof recht wordt gedaan aan de ratio van de in het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven regeling.
• Voor de vorming van zijn eindoordeel acht het hof het noodzakelijk dat de behandeling van de zaak wordt heropend en voor bepaalde tijd wordt aangehouden teneinde betrokkene in de gelegenheid te stellen zich vrijwillig te laten opnemen op [opnameplaats]. Immers is er, blijkens de brief van [naam] van 23 september 2008, verpleegkundige bij [instelling], een opnameplaats voor betrokkene. Daarnaast heeft betrokkene ter terechtzitting verklaard graag te willen worden opgenomen teneinde aan zijn verslavingsprobleem te werken. Het hof zal de behandeling van de zaak voor maximaal drie maanden aanhouden en verzoekt de advocaat-generaal de reclassering opdracht te geven een rapportage omtrent betrokkene op te maken met betrekking tot het behandelverloop. De zaak dient echter eerder aangebracht te worden, indien blijkt dat betrokkene zich niet vrijwillig laat opnemen, of de behandeling voortijdig stopt.
Tussenbeslissing:
Het hof:
Heropent de behandeling van de zaak om vermelde redenen en schorst het onderzoek voor bepaalde tijd tot de terechtzitting van 6 januari 2009 te 11.00 uur.
Verzoekt de advocaat-generaal zorg te dragen voor de nadere rapportage, zoals hiervoor omschreven, en stelt daartoe de stukken in handen van de advocaat-generaal;
Beveelt voorts de oproeping van de terbeschikkinggestelde [terbeschikkinggestelde] tegen voormeld tijdstip, met tijdige kennisgeving hiervan aan de raadsman van de terbeschikkinggestelde.
Aldus gedaan door
mr Bartelds als voorzitter,
mrs Stikkelbroeck en Rutgers van der Loeff als raadsheren,
en dr Raes en dr Verheugt als raden,
in tegenwoordigheid van mr Janssen als griffier,
en op 8 oktober 2008 in het openbaar uitgesproken.
Mr Rutgers van de Loeff en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.