ECLI:NL:GHARN:2008:BG1945
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Bartelds
- A. Stikkelbroeck
- R. Rutgers van der Loeff
- D. Raes
- J. Verheugt
- Rechtspraak.nl
Behandeling van een vordering op basis van artikel 38r Wetboek van Strafrecht en de consequenties van openbare behandeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 8 oktober 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank te 's-Gravenhage van 1 juli 2008. De rechtbank had bepaald dat de niet tenuitvoergelegde maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders alsnog zou worden tenuitvoergelegd. Het hof diende te beoordelen of de openbare behandeling van de vordering, die had plaatsgevonden ter terechtzitting in plaats van in openbare raadkamer, gevolgen had voor de rechtsgang. De rechtbank had in de wetsgeschiedenis van artikel 509dd van het Wetboek van Strafvordering geen duidelijke uitleg kunnen vinden over de afwijkende regeling ten opzichte van artikel 14g en 14h van het Wetboek van Strafrecht. Het hof concludeert dat er geen belangen van de betrokkene zijn geschaad door de wijze van behandeling, aangezien de zittingsvoorschriften voor een behandeling in raadkamer beperkter zijn dan die voor een onderzoek ter terechtzitting. Hierdoor is de nietigverklaring van de behandeling bij de rechtbank te Almelo niet aan de orde.
Het hof heeft besloten de behandeling van de zaak te heropenen en aan te houden voor een periode van maximaal drie maanden, zodat de betrokkene de kans krijgt zich vrijwillig te laten opnemen in een opnameplaats voor zijn verslavingsprobleem. De advocaat-generaal wordt verzocht een rapportage op te stellen over het behandelverloop. De zaak zal opnieuw worden behandeld op 6 januari 2009, tenzij de betrokkene zich niet vrijwillig laat opnemen of de behandeling voortijdig stopt. De beslissing is genomen door de voorzitter en de raadsheren, met inachtneming van de procedurele vereisten en de belangen van de betrokkene.