ECLI:NL:GHARN:2008:BG3899
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- R. den Ouden
- A. J. Kromhout
- J.W. Zwemmer
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van de voorlopige aanslag ingevolge de Zorgverzekeringswet
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 5 november 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over een voorlopige aanslag ingevolge de Zorgverzekeringswet, opgelegd aan de belanghebbende. De voorlopige aanslag bedroeg € 646 en was het resultaat van een inkomensafhankelijke bijdrage die door de Inspecteur was geheven. De belanghebbende, die in Nederland woont en een uitkering ontvangt naast winst uit een onderneming, heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag. De Inspecteur handhaafde de aanslag, waarna de Rechtbank Arnhem het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaarde. Hierop heeft de belanghebbende hoger beroep ingesteld.
Tijdens de mondelinge behandeling op 22 oktober 2008 in Arnhem zijn de gemachtigde van de belanghebbende en de Inspecteur gehoord. De belanghebbende betwistte de rechtmatigheid van de aanslag en voerde aan dat de Zorgverzekeringswet in strijd is met verschillende rechtsbeginselen en verdragsbepalingen. Het Hof oordeelde dat de rechter niet bevoegd is om de innerlijke waarde of billijkheid van formele wetgeving te toetsen, en dat de Zorgverzekeringswet een wet in formele zin is. De grieven van de belanghebbende werden verworpen, omdat de Wet niet in strijd is met de beginselen van het verzekeringsrecht of andere relevante bepalingen.
Het Hof concludeerde dat de aanslag terecht was opgelegd en dat de belanghebbende geen gegronde redenen had om de Wet aan te vechten. De beslissing van de Rechtbank werd bevestigd, en het Hof achtte geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.