ECLI:NL:GHARN:2008:BG6019
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- J. Janse
- A. Zandbergen
- M. Telman
- Rechtspraak.nl
Beroepsfout van juridisch adviseur en causaal verband met schade
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 25 november 2008, staat de beroepsfout van een juridisch adviseur centraal. Appellant, die in eerste aanleg eiser was, heeft hoger beroep ingesteld tegen vonnissen van de rechtbank Zwolle-Lelystad, waarin zijn vorderingen waren afgewezen. De appellant verwijt de geïntimeerde, zijn juridisch adviseur, dat deze tekort is geschoten in de juridische dienstverlening, met name door het niet doorzetten van een hoger beroep in een eerdere procedure tegen Direct Collector B.V. Appellant stelt dat hij schade heeft geleden als gevolg van deze beroepsfout en vordert betaling van bedragen die hij aan Direct Collector moet voldoen, alsook terugbetaling van een bedrag dat hij aan de adviseur heeft betaald voor diens diensten.
De rechtbank had in eerdere vonnissen geoordeeld dat de appellant niet had aangetoond dat hij schade had geleden door de beroepsfout van de adviseur. Het hof bevestigt deze oordelen en stelt vast dat de appellant niet in staat is geweest om bewijs te leveren voor zijn claims. Het hof merkt op dat de appellant niet de benodigde processtukken heeft overgelegd die relevant zijn voor zijn verweer tegen Direct Collector, wat zijn positie verzwakt. Het hof concludeert dat, zelfs als de beroepsfout van de adviseur vaststaat, de appellant niet kan aantonen dat hij daadwerkelijk schade heeft geleden als gevolg daarvan.
Uiteindelijk bekrachtigt het hof de vonnissen van de rechtbank en veroordeelt de appellant in de kosten van het hoger beroep. De beslissing van het hof benadrukt het belang van bewijsvoering in civiele procedures en de verantwoordelijkheden van partijen om hun claims te onderbouwen met relevante documentatie.