ECLI:NL:GHARN:2008:BG6592
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. de Bock
- W. Willems
- Rechtspraak.nl
Opschortingsrecht bij huur in geval van lekkages
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem werd behandeld, gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. Appellanten, die sinds mei 1998 een woning huren van de geïntimeerde, hebben in 2006 de betaling van drie huurtermijnen opgeschort vanwege aanhoudende lekkages in de woning. De geïntimeerde heeft daarop ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning gevorderd wegens wanbetaling. De kantonrechter heeft in zijn vonnis van 4 juli 2007 appellanten veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur en heeft de ontbinding van de huurovereenkomst voorwaardelijk uitgesproken.
In hoger beroep hebben appellanten twee grieven ingediend. De eerste grief betreft de vaststelling van de kantonrechter dat er geen sprake meer was van lekkages. Het hof heeft vastgesteld dat appellanten de achterstallige huur inmiddels hebben betaald, waardoor de ontbinding van de huurovereenkomst niet is uitgevoerd. Het hof oordeelt dat appellanten zich bij aanvang van de procedure terecht op hun opschortingsrecht hebben beroepen, omdat de lekkages niet adequaat waren verholpen. Echter, het hof concludeert dat het opschortingsrecht niet meer bestond ten tijde van het vonnis van 4 juli 2007, omdat de deskundige geen zichtbare lekkages heeft geconstateerd.
Het hof heeft de proceskosten gecompenseerd, waarbij beide partijen hun eigen kosten dragen. De kosten van het deskundigenbericht zijn voor rekening van de geïntimeerde, omdat deze moest worden ingeschakeld vanwege de klachten van appellanten. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter voor zover het betreft de proceskostenveroordeling en compenseert deze, terwijl het vonnis voor het overige wordt bekrachtigd.