ECLI:NL:GHARN:2008:BG8992

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
14 oktober 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
TBS 2007/321
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Mr. Stolwerk
  • Mrs. van der Herberg
  • Mrs. Cremers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging na terbeschikkingstelling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 14 oktober 2008 uitspraak gedaan over de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging van een terbeschikkinggestelde. Het hof heeft eerder op 18 december 2007 en 17 maart 2008 tussenbeslissingen genomen om het onderzoek te heropenen en duidelijkheid te krijgen over de voorwaarden voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. Tijdens de zitting op 7 juli 2008 werd het onderzoek voor onbepaalde tijd geschorst om de reclassering de gelegenheid te geven nader te rapporteren, wat resulteerde in een maatregelrapport op 29 september 2008. De reclassering heeft voorwaarden geformuleerd voor de voorwaardelijke beëindiging, en een getuige-deskundige heeft verklaard bereid te zijn om onder deze voorwaarden mee te werken. De betrokkene heeft verklaard bekend te zijn met de voorwaarden en deze te zullen naleven. Het hof oordeelt dat het recidiverisico zodanig is dat het verantwoord is om de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen. De beslissing van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 16 juli 2007, die de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling afwees, is vernietigd. Het hof heeft een aantal voorwaarden gesteld aan de betrokkene, waaronder het zich onthouden van misdrijven, het naleven van aanwijzingen van de reclassering, en het ondergaan van urinecontroles. Het hof draagt de reclassering op om de betrokkene te ondersteunen bij de naleving van deze voorwaarden.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM
TBS 2007\321
Beslissing d.d. 14 oktober 2008
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde]
[geboortepl.]
[verblijfpl.]
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 16 juli 2007, houdende afwijzing van de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling.
Het hof beschouwt als hier herhaald en ingelast de inhoud van de tussenbeslissing van het hof van 18 december 2007 waarbij de beslissing van de rechtbank te
‘s Hertogenbosch van 16 juli 2007 werd vernietigd, de terbeschikkingstelling werd verlengd met de termijn van een jaar en het onderzoek werd heropend teneinde de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging te onderzoeken en de tussenbeslissing van het hof van 17 maart 2008 waarbij ondermeer het onderzoek werd heropend om een aantal nog niet uitgewerkte voorwaarden door de reclassering nader te laten concretiseren en invullen.
Het hof beschouwt tevens als hier ingelast de inhoud van het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 7 juli 2008 waarin werd bepaald dat het onderzoek voor onbepaalde tijd werd geschorst teneinde de reclassering in de gelegenheid te stellen nader te rapporteren.
Overwegingen:
• Het hof is van oordeel dat in casu van een spoedige behandeling van het beroep in de zin van artikel 5, vierde lid, van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden geen sprake is geweest. Immers is het beroep 15 maanden na het instellen van het hoger beroep behandeld. In de voorliggende zaak oordeelt het hof dat de beslissing om een verdragsrechtelijke schending aan te nemen in zichzelf voldoende bevrediging van het geschonden rechtsgevoel inhoudt. Het hof houdt daarbij rekening met het feit dat er op 18 december 2007 en op 17 maart 2008 een tussenbeslissing is genomen waarbij telkens het onderzoek werd heropend teneinde duidelijkheid te krijgen over de te stellen voorwaarden ten behoeve van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Vervolgens werd ter zitting van 7 juli 2008 het onderzoek voor onbepaalde tijd geschorst teneinde de reclassering wederom in de gelegenheid te stellen nader te rapporteren. Dit heeft geresulteerd in een maatregelrapport gedateerd 29 september 2008.
• De maatregel van terbeschikkingstelling is redelijk goed verlopen. Transmuraal verlof werd herhaaldelijk afgewezen, ondermeer vanwege de belaste voorgeschiedenis, de slechte prognose met betrekking tot de verslavingsproblematiek en de hoge psychopathiescore. Er blijft bij betrokkene een verhoogde kans op recidive, maar binnen de kliniek heeft hij het maximaal haalbare gehaald. Rapporteurs hebben gesteld dat bij verder verblijf in de kliniek de prognose ongunstiger wordt en dat bij en voortzetting van het in gang gezette resocialisatietraject buiten de kliniek het gevaar voor herhaling van (ernstige) strafbare feiten tot een aanvaardbaar niveau is teruggebracht.
• Uit het maatregelrapport van 29 september 2008 blijkt het volgende:
Om betrokkene te kunnen begeleiden binnen een voorwaardelijke beëindiging dient betrokkene aan een aantal voorwaarden te voldoen. Zo dient betrokkene huisvesting, een inkomen en daginvulling te hebben. Daarnaast dient hij verzekerd te zijn voor ziektekosten en wettelijke aansprakelijkheid. Betrokkene dient urinecontroles te doen. Er dient zicht te zijn op zijn financiële situatie en het sociaal netwerk. Begeleiding dient gericht te zijn op controle van zijn verslavingsgedrag, het opbouwen en onderhouden van een steunend netwerk, het hebben en houden van een voldoende dagvulling en een voldoende hantering van frustraties.
Betrokkene verblijft in een woning van Traject Zelfstandig Wonen (TZW) van de Stichting Maatschappelijk Opvang (SMO) in [plaatsnaam] en krijgt ondersteuning middels woonbegeleiding. Er vinden wekelijks urinecontroles plaats. Indien er geen lichamelijke belemmering/beperking is, werkt betrokkene drie dagdelen per week bij de huishoudelijke dienst van de SMO en twee dagen per week bij zijn vader in de loods in [plaatsnaam]. Een Wajong-uitkering is door de SMO reeds aangevraagd echter nog niet toegewezen. SMO biedt eveneens ondersteuning in budgetteren.
Er vindt dagelijks een begeleidingsgesprek plaats met de woonbegeleider van TZW. Als betrokkene wordt overgeplaatst naar woonbegeleiding van de SMO zal er wekelijks een gesprek plaats vinden.
Betrokkene heeft een WA-verzekering, maar nog geen ziektekostenverzekering. Deze kan hij op dit moment ook nog niet aanvragen, daar hij nog verzekerd is via de kliniek. De rapporteur verwacht geen problemen met deze aanvraag. De forensisch casemanager van de forensische polikliniek van de Omslag (GGz-[plaatsnaam]) richt zich op het leren omgaan met spanningen en tegenslagen en hanteren van frustraties. Tevens biedt ze ondersteuning in het behouden van voldoende daginvulling en ondersteuning in het sociaal netwerk. Deze behandelingscontacten vinden wekelijks plaats bij de Omslag in [plaatsnaam]. Betrokkene dient geld te reserveren voor de reiskosten. Betrokkene zal wekelijks begeleiding krijgen vanuit de verslavingsreclassering van [instelling] te [plaatsnaam]. Er vindt maandelijks een begeleidingsgesprek plaats met de individueel trajectbegeleider van de resocialisatieafdeling van de [naam inrichting].
Indien er sprake is van een crisis zal, in overleg met [naam inrichting] en met de Officier van Justitie, betrokkene voor een bepaalde tijd van maximaal zes weken onverwijld worden opgenomen in [de inrichting].
• Op basis van de beschikbare rapportages, de gesprekken met de behandelaars van betrokkene en de risicotaxatie heeft de reclassering een aantal voorwaarden geformuleerd die ten grondslag dienen te liggen aan een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. De getuige-deskundige [naam] heeft ter zitting van het hof verklaard bereid te zijn om onder de gestelde voorwaarden mee te werken aan een voorwaardelijke beëindiging. Zij adviseerde het hof om in overweging te nemen de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen.
De betrokkene heeft ter zitting van het hof verklaard bekend te zijn met de geformuleerde voorwaarden en de voorwaarden te zullen naleven.
Op grond van het vorenstaande is het hof van oordeel dat het recidiverisico zodanig is, dat het verantwoord is, thans tot de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging te besluiten.
Beslissing:
Het hof:
Vernietigt de beslissing van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 16 juli 2007 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde [naam].
Beëindigt de verpleging van overheidswege en stelt daarbij de volgende voorwaarden:
• Betrokkene zal zich niet aan enig misdrijf schuldig maken;
• Betrokkene dient zich te gedragen naar de aanwijzingen, hem te geven door of namens de verslavingsreclassering te [plaatsnaam], zolang deze instelling dat noodzakelijk acht. De contacten zullen in eerste instantie wekelijks zijn. De frequentie kan verhoogd of verlaagd worden, indien de reclassering dit nodig acht;
• Betrokkene zal zich onthouden van zowel alcohol- als drugsgebruik. Hij zal zich onderwerpen aan urinecontroles, bloed- of blaastesten. Indien de reclassering dit nodig acht accepteert betrokkene begeleiding of behandeling vanuit de verslavingszorg;
• Betrokkene laat zich onder begeleiding stellen van een forensische polikliniek en houdt zich aan afspraken met begeleiders c.q. behandelaren en staat hierop controle toe;
• Betrokkene laat zich onder begeleiding stellen van Stichting Maatschappelijk Opvang (SMO) te [plaatsnaam] en houdt zich aan afspraken met begeleiders en staat hierop controle toe;
• Betrokkene zal, indien er sprake is van een crisis en na overleg voor een bepaalde tijd van maximaal zes weken zich onverwijld laten opnemen in [naam van de de kliniek].
Het hof draagt aan de verslavingsreclassering te [plaatsnaam], op de terbeschikkinggestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Aldus gedaan door
mr Stolwerk als voorzitter,
mrs van der Herberg en Cremers als raadsheren,
en drs Poll en drs Raes als raden,
in tegenwoordigheid van Van Lieshout-Witjes als griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 14 oktober 2008.
Mr Stolwerk en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.