ECLI:NL:GHARN:2009:BH0339
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Bartelds
- A. Mintjes
- R. Rutgers van der Loeff
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beoordeling van de ISD-maatregel en voortzetting van de tenuitvoerlegging
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 20 januari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep met betrekking tot de voortzetting van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD) van de betrokkene. De rechtbank te 's-Gravenhage had op 16 september 2008 besloten dat de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel moest worden voortgezet. Het hof heeft deze beslissing vernietigd, maar oordeelt dat de voortzetting van de maatregel noodzakelijk is. Het hof overweegt dat de beoogde strekking van de maatregel, namelijk de beveiliging van de maatschappij, in dit geval nog steeds van belang is. De betrokkene heeft een langdurige verslavingsgeschiedenis en het verloop van zijn behandeling is niet succesvol geweest. Het hof constateert dat er een aanzienlijke kans op terugval in delictgedrag bestaat als de maatregel zou worden beëindigd.
Het hof wijst erop dat de betrokkene niet gemotiveerd is om een behandeling te volgen en dat zijn gedrag, waaronder het gebruik van softdrugs, zijn kansen op een extramuraal traject beperkt. De betrokkene is recentelijk teruggeplaatst naar een reguliere gesloten afdeling en is afgewezen door Stichting Exodus Leiden vanwege zijn druggebruik. Het hof benadrukt dat de betrokkene zijn standpunt over het niet willen meewerken aan een extramuraal traject moet heroverwegen, omdat hij anders de kans op een succesvolle invulling van de maatregel ontneemt.
De uitspraak van het hof is gedaan door een kamer die is samengesteld uit de voorzitter en twee raadsheren, met ondersteuning van twee raden en een griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken en onderstreept de noodzaak van de voortzetting van de ISD-maatregel in het belang van de maatschappij.