ECLI:NL:GHARN:2009:BH1965

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
4 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000670-07
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Beswerda
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vergoeding uit 's Rijks kas in strafzaak

Op 4 februari 2009 heeft het Gerechtshof Arnhem een beschikking gegeven in een verzoek ex artikelen 591 en 591a van het Wetboek van Strafvordering. Verzoeker, geboren in 1969 en vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. J.A. Hoekstra, vroeg om een vergoeding van € 3.490,62 voor gemaakte kosten en/of geleden schade in een strafzaak. De behandeling van het verzoek vond plaats in openbare raadkamer op 21 januari 2009, waarbij verzoeker en zijn advocaat niet aanwezig waren. Het hof heeft de advocaat-generaal gehoord en het verzoek beoordeeld aan de hand van de ingediende stukken, waaronder het verzoekschrift en relevante documenten uit de strafzaak.

De strafzaak tegen verzoeker was eerder behandeld door de economische politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad en in hoger beroep door de economische strafkamer van het hof. Het arrest van het hof, dat op 21 december 2007 werd uitgesproken, werd onherroepelijk op 5 januari 2008. De strafzaak eindigde zonder oplegging van straf of maatregel. Verzoeker heeft tijdig en op de juiste wijze zijn verzoek ingediend, waarin hij de kosten die hij heeft gemaakt als gevolg van de strafzaak uiteenzette.

Het hof heeft vastgesteld dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn om verzoeker de gevraagde vergoeding toe te kennen. De totale vergoeding van € 3.490,62 bestaat uit verschillende kostenposten, waaronder het honorarium van de raadsman en andere gerelateerde kosten. De beslissing van het hof kent verzoeker de gevraagde vergoeding toe, die door de voorzitter is ondertekend en ten uitvoer gelegd zal worden.

Uitspraak

Beschikking d.d. 4 februari 2009 van de enkelvoudige economische raadkamer van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, op het verzoek ex artikelen 591 en 591a van het Wetboek van Strafvordering van:
[verzoeker],
geboren op [1969] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
te dezer zake domicilie kiezende te [plaats],
[adres], ter kantore van zijn advocaat, mr. J.A. Hoekstra.
Verzoeker en zijn advocaat voornoemd zijn ingelicht omtrent de behandeling van het verzoekschrift ter openbare raadkamer van het gerechtshof d.d. 21 januari 2009.
Verzoeker en zijn advocaat zijn niet in openbare raadkamer verschenen.
Het verzoek
Verzoeker vraagt vergoeding uit ’s Rijks kas voor gemaakte kosten en/of geleden schade in een strafzaak tegen verzoeker ten bedrage van € 3.490,62, zoals nader in het verzoekschrift aangegeven.
De behandeling in raadkamer
Het hof heeft in openbare raadkamer van 11 juli 2008 en 21 januari 2009 gezien de stukken, waaronder het verzoekschrift en de op de strafzaak betrekking hebbende stukken.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal.
De beoordeling van het verzoek
Uit het onderzoek in openbare raadkamer is - voor zover hier van belang - het hof het navolgende gebleken:
- tegen verzoeker is een strafzaak aanhangig geweest, behandeld in eerste aanleg onder parketnummer 07-994726-06 door de economische politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad en vervolgens in hoger beroep door de economische strafkamer van dit hof op 11 juli 2008 en op 14 december 2007 onder parketnummer 24-000670-07;
- het arrest van het hof d.d. 21 december 2007 is onherroepelijk geworden op 5 januari 2008;
- de strafzaak tegen verzoeker is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht;
- verzoeker heeft het verzoek op de voorgeschreven wijze en tijdig ingediend;
- verzoeker heeft in het verzoekschrift aangevoerd dat hij tengevolge van de strafzaak kosten heeft gemaakt en/of schade heeft geleden, te weten:
a. kosten raadsman : € 3.490,62
b. kosten verzoek : € 275,00
Totaal : € 3.490,62
Het hof acht gronden van billijkheid aanwezig om verzoeker de navolgende vergoeding toe te kennen:
a. vergoeding voor werkzaamheden (procureurssalaris) : € 59,50
b. kosten in verband met uittreksels : € 8,93
c. honorarium raadsman en kantoorkosten : € 3.147,19
d. kosten verzoekschrift : € 275,00
Totaal : € 3.490,62
Beslissing
kent aan verzoeker [verzoeker] toe een vergoeding uit ’s Rijks kas ten bedrage van € 3.490,62;
wijst af het meer of anders verzochte.
Aldus gewezen en ondertekend door mr. Beswerda en mede ondertekend door de griffier.
De voorzitter beveelt de tenuitvoerlegging ten aanzien van dit bedrag door overmaking van dat bedrag op bankrekening nr. [rekening nummer] ten name van mr. ing. J.A. Hoekstra B.V. onder vermelding van declaratienummer [nummer].
Voorzitter