ECLI:NL:GHARN:2009:BH2784
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. de Bock
- A. Verschuur
- C. Onnes-Wind
- Rechtspraak.nl
Verkoop van woning tussen partners en gevolgen voor hypotheekschuld
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 20 januari 2009, gaat het om een geschil tussen een man en een vrouw die een affectieve relatie hebben gehad. De vrouw heeft haar woning, die in gemeenschappelijk eigendom was met haar ex-echtgenoot, verkocht aan de man voor een bedrag dat aanzienlijk lager was dan de taxatiewaarde. De vrouw had de woning verkocht om haar hypotheeklasten te verlagen, maar na de verkoop bleef er een restantschuld aan de bank. De vrouw vorderde schadevergoeding van de man, omdat zij meende dat er afspraken waren gemaakt over de verkoop van de woning en de aflossing van de hypotheekschuld bij beëindiging van hun relatie.
Het hof oordeelde dat de vrouw onvoldoende bewijs had geleverd voor haar stelling dat er concrete afspraken waren gemaakt over de verkoop van de woning en de verdeling van de overwaarde. De verklaringen van getuigen, waaronder die van de notaris en de makelaar, gaven aan dat er geen duidelijke afspraken waren gemaakt over de gevolgen van een eventuele beëindiging van de relatie. Het hof concludeerde dat er weliswaar een afspraak was over de verkoop van de woning, maar niet over de aflossing van de hypotheekschuld. Uiteindelijk werd de man veroordeeld tot betaling van € 8.500 aan de vrouw, als zijn aandeel in de overwaarde van de woning.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken en schriftelijke overeenkomsten bij de verkoop van onroerend goed tussen partners, vooral in situaties waar financiële verplichtingen en eigendomsrechten op het spel staan. Het hof bekrachtigde het tussenvonnis van de rechtbank en vernietigde het eindvonnis van 14 november 2007, waarbij de man eerder was veroordeeld tot een hoger bedrag.