ECLI:NL:GHARN:2009:BH3098
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep kort geding
- Keur
- Rowel-van der Linde
- Willems
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een kort geding inzake straatverbod en reële dreiging van gevaar
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem werd behandeld, betreft het een hoger beroep in een kort geding dat is ingesteld door [appellant] tegen [geïntimeerde]. De zaak draait om de vraag of het gevorderde contact-, straat- en wijkverbod toewijsbaar is. De voorzieningenrechter had in eerste aanleg de vordering van [appellant] afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs was dat de veiligheid van [appellant] en haar kinderen in gevaar was. Het hof heeft de grieven van [appellant] beoordeeld en vastgesteld dat deze geen nieuwe relevante stellingen bevatten die niet al in eerste aanleg waren aangevoerd. Het hof onderschrijft de motivering van de voorzieningenrechter en voegt daaraan toe dat [appellant] niet heeft aangetoond dat er thans nog sprake is van een reële dreiging. De voorzieningenrechter had eerder al overwogen dat de vordering van [appellant] niet toewijsbaar was, en het hof bevestigt deze beslissing. Het hof wijst erop dat het recht op bewegingsvrijheid kan worden ingeperkt ter bescherming van de rechten en vrijheden van anderen, maar dat hiervoor voldoende bewijs van een dreigende onrechtmatige daad vereist is. De slotsom is dat de grieven falen en het kortgedingvonnis wordt bekrachtigd. De kosten van het geding in hoger beroep worden gecompenseerd, zodat partijen ieder met de eigen kosten belast blijven.