GERECHTSHOF ARNHEM
Sector civiel recht
arrest van de vijfde civiele kamer van 17 februari 2009
de stichting Ons Huis, Woningstichting,
gevestigd te Apeldoorn,
appellante,
advocaat: mr. W.A.J. Hagen,
1. [geïntimeerde sub 1],
2. [geïntimeerde sub 2],
beiden wonende te [woonplaats],
geïntimeerden,
niet verschenen.
1. Het geding in eerste aanleg
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van 2 juli 2008 en 12 november 2008, die de kantonrechter (rechtbank Zutphen, sector kanton, locatie Apeldoorn) tussen partijen heeft gewezen. Van die vonnissen is een fotokopie aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in hoger beroep
2.1 Appellante, verder Ons Huis, heeft bij exploot van 28 november 2008, hersteld bij exploot van 23 december 2008, aan geïntimeerden, verder [appellante sub 1] en [appellant sub 2], aangezegd van het vonnis van 12 november 2008 in hoger beroep te komen, met hun dagvaarding voor dit hof.
2.2 In het appelexploot heeft Ons Huis als grief tegen het bestreden vonnis aangevoerd dat de kantonrechter ten onrechte het bij verstek gewezen vonnis van 2 juli 2008 heeft vernietigd. Zij heeft bewijs aangeboden en heeft gevorderd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en, opnieuw recht doende, bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard arrest [appellante sub 1] en [appellant sub 2] niet-ontvankelijk zal verklaren, althans aan hen hun vorderingen zal ontzeggen, hen voorts zal verklaren tot kwaad-opposanten en hen hoofdelijk, zo dat bij betaling door de een de ander zal zijn bevrijd, zal veroordelen tot betaling van € 1.793,68 met de wettelijke rente vanaf de diverse betaaldata van de vervallen en niet volledig betaalde huurtermijnen tot de dag der algehele voldoening, met hun veroordeling in de kosten van het verzet en het hoger beroep.
2.3 Tegen [appellante sub 1] en [appellant sub 2] is verstek verleend. Ons Huis heeft arrest gevraagd.
3. De motivering van de beslissing in hoger beroep
3.1 [appellante sub 1] en [appellant sub 2] huren van Ons Huis woonruimte aan de [adres] te [woonplaats]. Omdat zij nalatig zijn met het betalen van de huur heeft Ons Huis ontbinding van de huurovereenkomst gevorderd, ontruiming van het gehuurde en betaling van de achterstand, plus zoveel maal € 451,55 als er maanden verlopen vanaf 1 juli 2008 tot de dag der ontruiming. Bij het bij verstek gewezen vonnis van 2 juli 2008 heeft de kantonrechter de vorderingen toegewezen.
3.2 [appellante sub 1] en [appellant sub 2] hebben verzet aangetekend bij exploot van 28 juli 2008 en hebben gevorderd dat de kantonrechter het vonnis van 2 jul.i 2008 zal vernietigen, met veroordeling van Ons Huis in de kosten van het verzet.. De kantonrechter heeft in het bestreden, op het verzet gewezen, vonnis overwogen dat [appellante sub 1] en [appellant sub 2] intussen in elk geval acht maanden huurachterstand hadden en dat deze tekortkoming moest leiden tot toewijzing van de bij antwoord in oppositie vermeerderde vordering “in voege als na te melden”. De kantonrechter heeft vervolgens het verstekvonnis vernietigd, de huurovereenkomst ontbonden, de ontruiming gelast en [appellante sub 1] en [appellant sub 2] veroordeeld tot betaling van bedragen als nader omschreven in het dictum van dat vonnis.
3.3 Ons Huis klaagt terecht dat deze veroordeling onjuist is, omdat de huurovereenkomst ten onrechte nogmaals wordt ontbonden, waar volstaan had moeten worden met het in stand laten van het verstekvonnis en het afwijzen van de verzetvordering van [appellante sub 1] en [appellant sub 2]. Ons Huis heeft het verstekvonnis ten uitvoer gelegd, met dien verstande dat is ontruimd op 22 augustus 2008, op grond van het nadien vernietigde vonnis. De ontruiming heeft dus plaatsgevonden op grond van een vonnis dat niet meer bestaat. Het hof zal het aangevallen vonnis vernietigen, aan [appellante sub 1] en [appellant sub 2] hun vordering ontzeggen en hen tot kwaad opposanten verklaren.
Het hof, recht doende in hoger beroep:
- vernietigt het bestreden vonnis van 12 november 2008, met uitzondering van de hierbij bekrachtigde, uitvoerbaar bij voorraad verklaarde, kostenveroordeling;
- ontzegt [appellante sub 1] en [appellant sub 2] hun vordering en verklaart hen tot kwaad opposanten;
- veroordeelt [appellante sub 1] en [appellant sub 2] hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, aan Ons Huis te betalen € 1.793,68, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de diverse betaaldata van de vervallen en niet volledig betaalde huurtermijnen tot de dag der voldoening;
- veroordeelt [appellante sub 1] en [appellant sub 2] in de kosten van deze procedure in hoger beroep, aan de zijde van Ons Huis tot deze uitspraak begroot op € 632,- aan salaris volgens liquidatietarief en € 251,- aan griffierecht.
- verklaart de betalingsveroordeling en proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.P. Fokker, I.A. Katz-Soeterboek en C.J.H.G.. Bronzwaer en is in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 februari 2009.