ECLI:NL:GHARN:2009:BH4995

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
3 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
107.002.081/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Mollema
  • A. Kuiper
  • J. de Hek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Arrest over exploitatieplicht huurder en matiging van boetes

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 3 maart 2009, staat de exploitatieplicht van de huurder centraal. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J.M. Bosnak en mr. M.H. Rijntjes, heeft een vordering ingesteld tegen Dôme Vastgoed Wassenaar B.V., die werd bijgestaan door mr. K.W.H. Albert. De appellant stelt dat Dôme haar exploitatieverplichting niet is nagekomen, wat heeft geleid tot verbeurde boetes. Dôme heeft in haar verweer aangevoerd dat het onaanvaardbaar is om de boetes te handhaven, gezien de omstandigheden van het geval. Het hof oordeelt dat Dôme toerekenbaar tekort is geschoten in haar verplichtingen, maar dat er aanleiding is om de boete te matigen. Het hof wijst de vordering van de appellant toe tot een bedrag van € 15.200, maar matigt de boete tot € 100 per dag. Het vonnis waarvan beroep wordt vernietigd, en de kosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten draagt. De uitspraak benadrukt de noodzaak van redelijkheid en billijkheid in contractuele verplichtingen en de gevolgen van het niet nakomen daarvan.

Uitspraak

Arrest d.d. 3 maart 2009
Zaaknummer 107.002.081/01
HET GERECHTSHOF TE ARNHEM
Nevenzittingsplaats Leeuwarden
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
[appellant],
wonende te [woonplaats en -gemeente appellant]
appellant,
in eerste aanleg: eiser,
hierna te noemen: [appellant],
advocaat: mr. J.M. Bosnak,
voor wie gepleit heeft mr. M.H. Rijntjes, advocaat te Amsterdam,
tegen
Dôme Vastgoed Wassenaar B.V.,
gevestigd te Wassenaar,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: Dôme,
advocaat: mr. K.W.H. Albert, advocaat te Boxtel.
De inhoud van het tussenarrest d.d. 26 augustus 2008 wordt hier overgenomen.
Het verdere procesverloop
Dôme heeft op 7 oktober 2008 een akte genomen, waarbij zij haar verhinderdata heeft opgegeven en heeft aangekondigd een drietal met name genoemde getuigen te willen doen horen.
Het hof heeft bepaald dat de enquête op 27 november 2009 zou worden gehouden.
Dôme heeft vervolgens ter rolle van 27 november 2008 aangegeven alsnog te willen afzien van bewijslevering.
Vervolgens hebben partijen de stukken wederom overgelegd voor het wijzen van arrest.
De verdere beoordeling
1. Nu Dôme heeft afgezien van het leveren van tegenbewijs als bedoeld in overweging 14 van het tussenarrest van 26 augustus 2008 heeft de exploitatieverplichting als vaststaand te gelden, zodat ook het primaire verweer van Dôme (zie het tussenarrest onder 11) dient te worden verworpen.
2. Dôme heeft meer subsidiair aangevoerd dat het in verband met de omstandigheden van het geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat zij door de schending van haar exploitatieverplichting boetes heeft verbeurd. Het betreffende verweer komt er in feite op neer dat Dôme bepleit dat de contractueel verbeurde boete wegens het niet nakomen van de exploitatieplicht wordt gematigd tot nihil. Het hof is echter - zoals reeds in het tussenarrest is aangegeven - van oordeel dat de omstandigheden van het geval wel aanleiding geven de boete te matigen, maar dat matiging tot nihil veel te ver gaat.
Voorop staat dat er sprake is van een toerekenbaar tekortschieten aan de zijde van Dôme (het niet voldoen aan de op 8 februari 2006 overeengekomen exploitatieverplichting), welke verplichting Dôme op 8 februari 2006 op zich heeft genomen terwijl zij niet van plan was het pand zelf te gaan exploiteren en er nog geen concrete onderhuurder in beeld was. Daarbij moet echter worden bedacht dat er sprake is van een huurovereenkomst welk voortvloeit uit een op 19 december 2005 gesloten vaststellingsovereenkomst. Die overeenkomst moest het sluitstuk zijn van de problemen die waren ontstaan doordat de Louwman groep, waar Dôme deel van uitmaakte, het met [appellant] niet eens kon worden over voortzetting van het dealerschap van Suzuki, zulks terwijl diezelfde Louman groep inmiddels elders in Almere wel rond was gekomen met een nieuwe Suzuki- dealer, zodat haar er veel aan was gelegen het dealerschap van [appellant] ten spoedigste te beëindigen. Onweersproken is daarbij door Dôme gesteld dat [appellant] ten tijde van het sluiten van de vaststellingsovereenkomst wetenschap droeg van het feit dat Dôme (een vastgoedmaatschappij) het pand niet zelf zou exploiteren en naarstig op zoek zou gaan naar een onderhuurder. Van belang oordeelt het hof voorts dat [appellant] Dôme ter zake van het nakomen van de exploitatieverplichting de nodige ruimte heeft gegund (van 1 februari 2006 - 2 augustus 2006), hetwelk als alleszins redelijk moet worden beoordeeld.
3. Alles afwegende is het hof - zoals reeds in het tussenarrest aangegeven - van oordeel dat de boete dient te worden gematigd tot € 100,-- per dag.
4. De grieven treffen in zoverre doel.
Slotsom:
5. Het vonnis waarvan beroep dient te worden vernietigd. Opnieuw rechtdoende zal de vordering van [appellant] worden toegewezen tot een bedrag van € 15.200,--.
Nu partijen over en weer in het gelijk worden gesteld, zal het hof ieder der partijen belasten met de eigen kosten, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep.
De beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep
en opnieuw rechtdoende:
veroordeelt Dôme om binnen zeven dagen na betekening van dit arrest aan [appellant] te voldoen een bedrag groot € 15.200,--;
belast ieder der partijen met de eigen kosten van de procedure, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep;
verklaart dit arrest tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door mr Mollema, voorzitter en mrs. Kuiper en De Hek, raden,
en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 3 maart 2009 in bijzijn van de griffier.