ECLI:NL:GHARN:2009:BH6638

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
10 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
107.002.479/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. de Bock
  • A. Verschuur
  • J. Breemhaar
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de kwalificatie van een overeenkomst voor de aanleg van een tuin met elementen van aanneming en koop

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem is behandeld, gaat het om een geschil tussen appellanten, Van Mierlo en een andere partij, en Gini's Nursery V.O.F. over de kwalificatie van een overeenkomst voor de aanleg van een tuin. De appellanten hebben in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen Gini's, die hen een ontwerp voor de tuin had aangeboden en hen had gevraagd om de benodigde materialen bij hen aan te schaffen. De rechtbank heeft de vordering van Gini's toegewezen, waarop de appellanten in hoger beroep zijn gegaan.

De kern van het geschil draait om de vraag of de overeenkomst tussen de partijen moet worden gekwalificeerd als een aannemingsovereenkomst of als een koopovereenkomst. De appellanten stellen dat er sprake is van een aannemingsovereenkomst, waarbij Gini's verplicht was om de tuin aan te leggen voor een vastgesteld bedrag. Het hof oordeelt echter dat de overeenkomst elementen van zowel aanneming als koop bevat. Dit betekent dat de appellanten niet alleen de aanleg van de tuin hebben besteld, maar ook de materialen hebben aangeschaft.

Het hof overweegt dat de offerte van Gini's, die op 10 april 2006 is uitgebracht, onvoldoende specificaties bevatte om te concluderen dat er een duidelijke aannemingsovereenkomst was. De appellanten hebben verschillende meerwerkopdrachten gegeven, maar het hof stelt vast dat Gini's hen niet expliciet heeft gewaarschuwd voor extra kosten, wat volgens de wet vereist is. Desondanks oordeelt het hof dat de appellanten hadden moeten begrijpen dat extra werkzaamheden ook extra kosten met zich meebrachten.

Uiteindelijk bevestigt het hof het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad, waarbij de vordering van Gini's is toegewezen. De appellanten worden in het ongelijk gesteld, en de proceskosten zijn voor hun rekening. Het hof benadrukt dat de juridische kwalificatie van een overeenkomst niet eenvoudig is en dat de omstandigheden van het geval bepalend zijn voor de uitkomst.

Uitspraak

Arrest d.d. 10 maart 2009
Zaaknummer 107.002.479/01
HET GERECHTSHOF TE ARNHEM
Nevenzittingsplaats Leeuwarden
Arrest van de derde kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
1. [appellant 1],
wonende te [woonplaats appellant 1],
hierna te noemen: Van Mierlo,
2. [appellante 2],
wonende te [woonplaats appellante 2],
hierna te noemen: [appellante 2],
appellanten,
in eerste aanleg: eisers,
hierna gezamenlijk te noemen: [appellanten],
procureur: mr. J.M. Bosnak,
tegen
Gini's Nursery V.O.F.,
gevestigd te Wezep,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: Gini's,
niet verschenen.
Het geding in eerste instantie
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in de vonnissen uitgesproken op 31 januari 2007 en 12 september 2007 door de rechtbank Zwolle-Lelystad.
Het geding in hoger beroep
Bij exploot van 22 november 2007 is door [appellanten] hoger beroep ingesteld van het vonnis van 12 september 2007 met dagvaarding van Gini's tegen de zitting van 11 maart 2008.
De conclusie van de memorie van grieven luidt:
"dat het Gerechtshof te Arnhem, bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, zal beslissen overeenkomstig de vorderingen van appellanten, zoals geformuleerd bij appèldagvaarding d.d. 22 november 2007, te weten dat het Gerechtshof het vonnis d.d. 12 september 2007, waarvan hoger beroep werd ingesteld, zal vernietigen en - opnieuw rechtdoende - de vorderingen van geïntimeerde, eiseres in eerste aanleg, zal afwijzen en geïntimeerde zal veroordelen om, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, een bedrag van € 8.546,96 (zegge: achtduizend vijfhonderd zesenveertig euro en zesennegentigcent) hetgeen appellanten ter uitvoering van het bestreden vonnis d.d. 12 september 2007, dat uitvoerbaar bij voorraad werd verklaard, aan geïntimeerde hebben voldaan, aan appellanten, althans vanaf de dag van de appeldagvaarding, te weten 22 november 2007, tot aan de dag van algehele terugbetaling, en tot slot geïntimeerde zal veroordelen in de kosten van de procedure in beide instanties."
Tegen Gini's is verstek verleend.
[appellanten] hebben de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest.
De grieven
[appellanten] hebben negen grieven opgeworpen.
De beoordeling
1. [appellanten] hebben geen grieven aangevoerd tegen de door de rechtbank in r.o. 2.1 tot en met r.o. 2.9 van het bestreden vonnis vastgestelde feiten, zodat ook het hof van die feiten zal uitgaan.
2. Het gaat in deze zaak, kort samengevat, om het volgende.
2.1. [appellanten] hebben aan Gini's verzocht om kosteloos een ontwerp te maken voor hun tuin, met een oppervlak van ongeveer 1.000 m2. Daar tegenover zouden zij de voor de uitvoering van het tuinontwerp benodigde producten afnemen bij Gini's. [appellanten] hebben daarbij aangegeven de tuin zelf te willen aanleggen.
2.2. [betrokkene] van Gini's heeft een voorlopig tuinontwerp gemaakt. Dat ontwerp is op 15 maart 2006 besproken door partijen op de kwekerij van Gini's.
2.3. Op 27 maart 2006 heeft [betrokkene 1] van Gini's het ontwerp van de tuin ter plaatse uitgezet, zulks tegen een uurtarief van € 25,--. [appellant 1] heeft bij die gelegenheid te kennen gegeven dat hij er niet in zou slagen de tuin zelf aan te leggen. Hij heeft [betrokkene 1] gevraagd wat het zou kosten indien Gini's de tuin zou aanleggen.
2.4. Naar aanleiding van dat verzoek heeft Gini's een schrijven opgesteld d.d. 10 april 2006 met de volgende inhoud:
"omschrijving werkzaamheden
naar aanleiding van de tekening
Aanleg tuin fam. [appellanten]
* arbeid € 1.600,00
* benodigdheden, beplanting € 2.700,00
* werk door 3e € 1.200,--
* grondverbetering € 115,00
* benodigdheden (dode materialen steen enz) € 1.000,00
totaal € 6.615,00
dit is een raming van de kosten ex. BTW
dit bedrag kan fluctueren door het arbeid dat door jullie zelf wel of niet wordt verricht
Met vriendelijke groet Gini's Nursery 038-3762409
[betrokkene 1]"
2.5. [appellanten] hebben vervolgens Gini's opdracht gegeven de tuin aan te leggen.
2.6. De in de offerte van 10 april 2006 vermelde post 'werk door 3e' ad € 1.200,-- alsmede de post 'benodigdheden (...)' ad € 1.000,-- hebben [appellanten] door derden laten uitvoeren.
2.7. [appellanten] hebben Gini's nog aanvullende opdrachten tot meerwerk gegeven voor in ieder geval de volgende werkzaamheden (zie brief gemachtigde [appellanten] d.d. 11 oktober 2006):
- plaatsen afscheiding langs zijkant woning voor een bedrag van € 1.100,-- (incl. BTW);
- plaatsen pergola voor een bedrag van € 500,-- (incl. BTW);
- plaatsen betonbandjes;
- aanleggen drainagebak (uitgezonderd uitgraven);
- verwijderen vlonder;
- verplaatsen haag.
2.8. Gini's heeft [appellanten] verschillende facturen gezonden. De eerste twee, ter hoogte van € 4.145,30 en € 2.032,50, hebben zij voldaan. Volgende facturen, in totaal tot een bedrag van € 6.008,86, hebben [appellanten] onbetaald gelaten.
3. In de onderhavige procedure vordert Gini's betaling van de nog openstaande facturen, vermeerderd met rente en kosten. De rechtbank heeft de vordering van Gini's toegewezen.
Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde overwegingen richten zich de grieven van [appellanten].
4. De kern van het verweer van [appellanten] - waarop een groot deel van de grieven berust - is dat tussen partijen een overeenkomst van aanneming van werk tot stand is gekomen, conform de hierboven in r.o. 2.4 genoemde offerte. Dit houdt volgens [appellanten] in dat Gini's gehouden was voor het daarin genoemde bedrag van € 6.615,-- (excl. BTW), minus het bedrag dat gemoeid was met werkzaamheden die door derden zijn uitgevoerd ad € 2.200,-- (excl. BTW), de gehele tuin aan te leggen, inclusief beplanting. Nu Gini's niet uitdrukkelijk heeft gewaarschuwd voor prijsoverschrijding mag zij de prijs hoogstens 10% verhogen. Volgens [appellanten] is er maar in beperkte mate geweest van meerwerkopdrachten.
5. Het hof overweegt het volgende. De tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst heeft elementen van aanneming in zich, waar het gaat om de totstandbrenging van een stoffelijk werk, namelijk de aanleg van de tuin. Daarnaast heeft de overeenkomst ook onmiskenbaar elementen van koop in zich, waar [appellanten] bij Gini's de materialen voor de tuin - zowel levende als dode - kochten. Hierbij gaat het immers niet om het tot stand brengen van een stoffelijk werk door Gini's, maar het tegen betaling leveren van bepaalde (roerende zaken). Derhalve is sprake van een gemengde overeenkomst.
In dit licht is er voor bewijslevering door [appellanten] van hun stelling dat sprake is van een aannemingsovereenkomst, geen plaats. Het hof merkt hierbij op dat de juridische kwalificatie van een overeenkomst een zaak van toepassing van rechtsregels is, die zich in beginsel niet leent voor bewijslevering door een partij.
6. Voor zover de overeenkomst elementen van aanneming in zich heeft - voor wat betreft de aanleg van de tuin - geldt dat Gini's in beginsel gehouden is dat werk uit te voeren voor het overeengekomen bedrag. Dit uitgangspunt moet echter direct worden gemitigeerd, nu de offerte van 10 april 2006 uiterst globaal is en geen duidelijke omschrijving bevat van de werkzaamheden die daar precies onder vallen. In die zin is niet goed vast te stellen wat 'het werk' ('aanleg tuin') precies inhield. Voor ogen moet echter worden gehouden dat het bij de uitleg van de overeenkomst, meer specifiek: van het begrip 'aanleg tuin', aankomt op wat partijen daaronder in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten verstaan, rekening houdend met hun wederzijds verklaringen en gedragingen, en met de zin die partijen daaraan over en weer in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten toekennen.
6.1. In het onderhavige geval staat hoe dan ook vast dat [appellanten] op tal van punten meerwerkopdrachten hebben verleend aan Gini's. Het hof verwijst naar hetgeen is vermeld bij r.o. 2.7. Voor een aantal van deze meerwerkopdrachten is tussen partijen een prijs overeengekomen; voor een aantal opdrachten is dat achterwege gebleven. Wanneer geen prijs overeengekomen is, betekent dit dat de aannemer (Gini's) daarvoor een aanvullend bedrag in rekening kan brengen. Daarvoor is wel vereist dat de aannemer de opdrachtgever waarschuwt dat uit het meerwerk een prijsverhoging voortvloeit, tenzij de opdrachtgever die noodzaak uit zichzelf had moeten begrijpen (art. 7:755 BW).
6.2. In het onderhavige geval is op enkele punten door [appellanten] erkend dat door Gini's is gewaarschuwd voor extra kosten; voor enkele punten hebben zij dat ontkend. Met name hebben zij ontkend dat gewaarschuwd is voor extra kosten voor het verwijderen van de vlonder en het verplaatsen van de haag. Naar 's hofs oordeel doet zich hier echter de situatie voor dat [appellanten] uit zich zelf hadden moeten begrijpen dat daaruit een prijsverhoging voortvloeide; niet in te zien is waarom extra werkzaamheden, waarmee manuren waren gemoeid ad
€ 35,-- per uur, géén extra kosten zou meebrengen, zeker nu bij [appellanten] bekend was dat eerdere meerwerkopdrachten wel tot extra kosten hadden geleid.
6.3. Dit zelfde geldt ook voor het aanleggen van de drainagebak. Voor zover [appellanten] stellen dat uit de mededeling van [betrokkene 1] van Gini's 'dat hij dat wel even zou meenemen', volgt dat deze extra werkzaamheden géén extra kosten zouden meebrengen, kan het hof dat niet onderschrijven.
6.4. Voor wat betreft de hoogte van de in rekening te brengen kosten voor meerwerk, wanneer daarvoor geen prijs overeengekomen is, geldt dat sprake moet zijn van een redelijke prijs (art. 7:752 lid 1 BW).
Naar 's hofs oordeel is in het onderhavige geval in onvoldoende mate naar voren gekomen dat de door Gini's in rekening gebrachte prijzen voor het plaatsen van de betonbandjes; het aanleggen van de drainagebak; het verwijderen van de vlonder en het verplaatsen van de haag, géén redelijke prijzen zijn. Voor wat betreft het plaatsen van de betonbandjes verwijst het hof nog naar de door Gini's in het geding gebrachte offerte van [betrokkenen 2], die op een hoger bedrag uitkomt.
6.5. Op enkele specifieke punten is door [appellanten] ontkend dat zij opdracht tot meerwerk hebben gegeven, welke ontkenning in hoger beroep is toegespitst op het inframen van platanen. Volgens [appellanten] was dit werk inbegrepen in de offerte.
Het hof is hierover van oordeel dat de offerte van 10 april 2006 dusdanig ongespecificeerd is, dat er geen grond is om het inframen van platanen in de offerte inbegrepen te achten. Het enkele feit dat er op de tekening van Gini's (mogelijk) ingeframede platanen zijn te zien, is onvoldoende om tot een andere conclusie te komen. Voor het overige hebben [appellanten] geen duidelijke feiten of omstandigheden gesteld, waarop gegrond zou kunnen worden dat het inframen van platanen in de offerte was begrepen.
7. Voor zover de overeenkomst elementen van koop in zich heeft - daarbij gaat het met name om de aanschaf van planten en bomen, maar ook om bijvoorbeeld een bij Gini's aangeschafte tuinsproeier - geldt het volgende.
De stellingen van [appellanten] komen erop neer, zo begrijpt het hof, dat het in de offerte genoemde bedrag voor beplanting ad € 2.700,-- (excl. BTW) één prijs was voor alle aan te schaffen beplantingen. Echter, uit de stellingen van partijen en de bijgevoegde stukken en producties blijkt dat ten tijde van de offerte in het geheel geen specificatie van de beplanting (soort en aantal) bestond. Op dat moment was er slechts de tekening van Gini's (overgelegd als prod. 2 bij MvG), dat is het tuinontwerp. Daarop is alleen heel globaal iets vermeld over de beplanting, bijv. 'taxus 60-80'. Uit de factuur van mei 2006 blijkt echter dat er tal van planten zijn aangeschaft door [appellanten], die in het geheel niet vermeld zijn op de tekening. Van 'overeengekomen beplanting', zoals door [appellanten] gesteld, is dan ook feitelijk geen sprake.
Naar 's hofs oordeel kan dan ook niet worden volgehouden dat het bedrag van
€ 2.200,-- een koopprijs zou zijn voor alle mogelijke beplanting die [appellanten] zouden aanschaffen. Het bedrag van € 2.700,-- kan redelijkerwijs niet anders worden begrepen dan als een richtprijs, die nog nader moest worden gespecificeerd op basis van de door [appellanten] uitgezochte beplanting.
8. Op het vooroverwogene stuiten de grieven af, althans behoeven deze geen afzonderlijke bespreking meer. Voor enige bewijslevering aan de zijde van [appellanten] ziet het hof geen aanleiding.
De slotsom
9. De grieven falen. Het bestreden vonnis zal worden bekrachtigd.
Nu Gini's niet verschenen is in hoger beroep, zal geen proceskosten veroordeling worden uitgesproken. De door [appellanten] gemaakte proceskosten zijn voor hun eigen rekening.
De beslissing
Het gerechtshof:
bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 12 september 2007.
Aldus gewezen door mrs. De Bock, voorzitter, Verschuur en Breemhaar, raden, en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van 10 maart 2009 in bijzijn van de griffier.