ECLI:NL:GHARN:2009:BH6984

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
20 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-003071-07
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J. Dam
  • A. Beswerda
  • M. den Ottolander
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake inbraak in garage met diefstal van crossmotor

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 20 maart 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1986, was niet ter terechtzitting verschenen, maar werd vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. G.I. Roos. De verdachte was eerder veroordeeld voor een misdrijf en had hoger beroep aangetekend tegen de straf die hem was opgelegd. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden voor het inbreken in een garage en het stelen van een crossmotor en andere gereedschappen. De advocaat-generaal heeft in hoger beroep dezelfde straf gevorderd, en het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 6 december 2006 samen met een ander in de gemeente [gemeente] een garage heeft binnengegaan met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening. De verdachte heeft zich toegang verschaft door middel van braak en heeft een crossmotor weggenomen die toebehoorde aan [benadeelde]. Het hof heeft het ten laste gelegde bewezen verklaard en de verdachte strafbaar geacht, zonder dat er strafuitsluitingsgronden aanwezig waren. De strafmotivering was gebaseerd op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit was begaan en de recidive van de verdachte.

Het hof heeft de straf bepaald op basis van de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting en heeft de opgelegde gevangenisstraf van twee maanden passend geacht. De tijd die de verdachte in verzekering heeft doorgebracht, wordt in mindering gebracht op de opgelegde straf. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden, met de bepaling dat de tijd in verzekering wordt afgetrokken van de straf.

Uitspraak

Parketnummer: 24-003071-07
Parketnummer eerste aanleg: 07-600930-07
Arrest van 20 maart 2009 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 26 november 2007 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1986] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsman van verdachte
mr. G.I. Roos, advocaat te Almere.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsman van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur 2 maanden, met aftrek van de tijd inverzekering doorgebracht.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 06 december 2006 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een garage en/of een schuur behorende bij een woning gelegen aan de [straat] heeft weggenomen twee, in elk geval een crossmotor(en) en/of een boorhamer en/of een betonschaar en/of een compressor
en/of een gereedschapskist, gevuld met een (grote) hoeveelheid gereedschap, in
elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
Bewezenverklaring
Het hof acht het ten laste gelegde bewezen, met dien verstande, dat:
hij op 06 december 2006 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een garage behorende bij een woning gelegen aan de [straat] heeft weggenomen een crossmotor, toebehorende aan [benadeelde], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en de ernst van het bewezen verklaarde feit, de omstandigheden waaronder dit feit is begaan en de persoon van verdachte. Het hof heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft samen met een ander ingebroken in een bij een woning behorende garage. Uit die garage hebben zij een crossmotor weggenomen. Door het plegen van dit feit hebben zij inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van een ander.
Uit het verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 23 februari 2009 blijkt, dat verdachte vóór het plegen van het bewezen verklaarde feit driemaal wegens het plegen van - zij het andersoortige - misdrijven is veroordeeld. Deze veroordelingen hebben hem er niet van weerhouden de bewezen verklaarde feiten te begaan.
Op grond van het vorenstaande en mede in aanmerking nemende de landelijk gehanteerde oriëntatiepunten voor straftoemeting "Art. 310-312 diefstallen", acht het hof de oplegging van de door de eerste rechter opgelegde onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden, welke straf eveneens door de advocaat-generaal is gevorderd, passend en geboden. Het hof zal die straf dan ook aan verdachte opleggen.
De ernst van het feit en voormelde recidive rechtvaardigen naar het oordeel van het hof niet de oplegging van een andere of lagere straf dan hiervoor vermeld, zoals door de raadsman is verzocht.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 63 (oud), 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van twee maanden;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. Dam, voorzitter, mr. Beswerda en mr. Den Ottolander, in tegenwoordigheid van Boersma als griffier, zijnde mr. Den Ottolander voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.